Home ->Dictionaries ->German/Dutch ->Translate nachhallen

Translate nachhallen from German to Dutch

Summary

German to Dutch: more detail...

nachhallen:
- echoën; galmen; weerklinken; naklinken

German

Detailed Translations for nachhallen from German to Dutch

nachhallen:

nachhallen verb

nachhallen (schallen; schmettern; erhallen; ertönen; widerhallen; mitschwingen; resonieren; echoen; widerschallen)
echoën; galmen; weerklinken; naklinken
- echoën verb (echo, echoot, echode, echoden, geëchood)
- galmen verb (galm, galmt, galmde, galmden, gegalmd)
- weerklinken verb (weerklink, weerklinkt, weerklonk, weerklonken, weerklonken)
- naklinken verb (klink na, klinkt na, klonk na, klonken na, nageklonken)

Translation Matrix for nachhallen:

Verb	Related Translations	Other Translations
echoën	echoen; erhallen; ertönen; mitschwingen; nachhallen; resonieren; schallen; schmettern; widerhallen; widerschallen	aufs neue machen; echoen; einüben; erhallen; erneuern; ertönen; hallen; nachher noch ein wenig plaudern; nachpladdern; nachplappern; nachsagen; nachsprechen; resonieren; schallen; widerhallen; widerschallen; wiederholen
galmen	echoen; erhallen; ertönen; mitschwingen; nachhallen; resonieren; schallen; schmettern; widerhallen; widerschallen	echoen; erschallen; hallen; schallen; widerhallen; widerschallen
naklinken	echoen; erhallen; ertönen; mitschwingen; nachhallen; resonieren; schallen; schmettern; widerhallen; widerschallen
weerklinken	echoen; erhallen; ertönen; mitschwingen; nachhallen; resonieren; schallen; schmettern; widerhallen; widerschallen	echoen; ertönen; funkeln; hallen; hörbar sein; mitschwingen; resonieren; schallen; schmettern; widerhallen; widerschallen; zurückscheinen; zurückstrahlen