Dutch

Detailed Translations for dichter from Dutch to German

dichter:

dichter [de ~ (m)] noun

  1. de dichter (poëet)
    der Dichter; der Poet
  2. de dichter (schrijver; auteur)
    der Autor; der Schreiber; der Verfasser; der Schriftsteller; der Dichter; die Schriftstellerin; der Poet; die Autorin; die Dichterin

Translation Matrix for dichter:

NounRelated TranslationsOther Translations
Autor auteur; dichter; schrijver auteur; auteurs; creator; maker; schepper; schrijvers; voortbrenger
Autorin auteur; dichter; schrijver auteur; auteure; creator; dichteres; maakster; poëte; schepster; schrijfster
Dichter auteur; dichter; poëet; schrijver auteurs; dichters; poëten; schrijvers
Dichterin auteur; dichter; schrijver auteur; creator; dichteres; maakster; poëte; schepster; schrijfster
Poet auteur; dichter; poëet; schrijver dichters; poëten
Schreiber auteur; dichter; schrijver auteurs; klerken; schrijvers
Schriftsteller auteur; dichter; schrijver auteurs; schrijvers
Schriftstellerin auteur; dichter; schrijver auteur; creator; dichteres; maakster; poëte; schepster; schrijfster
Verfasser auteur; dichter; schrijver samensteller

Related Words for "dichter":


Wiktionary Translations for dichter:

dichter
noun
  1. iemand die poëtische kunst voortbrengt
dichter
noun
  1. K|bildungssprachlich|vatd.|sonst scherzhaft ein Künstler, der poetisch Werk schafft

Cross Translation:
FromToVia
dichter Poet; Poetin; Dichter; Dichterin poet — person who writes poems
dichter Dichter; Poet poète — Celui qui faire des vers, qui se consacrer à la poésie.

dicht:


Translation Matrix for dicht:

AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
geschlossen afgesloten; dicht; gesloten; op slot; toe afgesloten; besloten; eendrachtig; eenparig; eensgezind; eenstemmig; geloken; harmonieus; ineensluitend; potdicht; privé; saamhorig; unaniem
- dik
AdverbRelated TranslationsOther Translations
- toe
ModifierRelated TranslationsOther Translations
abgeschlossen afgesloten; dicht; gesloten; op slot; toe afgerond; gecompleteerd; potdicht
dicht dicht; dicht opeen; gesloten; op slot dichtbij; in de buurt; nabij; nabije; nabijgelegen; potdicht; vlakbij
fest verschlossen dicht; gesloten; op slot
kurz hintereinander dicht; dicht opeen
verschlossen dicht; gesloten; op slot gereserveerd; opzijgezet; potdicht

Related Words for "dicht":


Synonyms for "dicht":


Antonyms for "dicht":


Related Definitions for "dicht":

  1. zonder veel tussenruimte1
    • de stoelen stonden dicht bij elkaar1
  2. je kunt er niet bij of in of door1
    • de deur naar de kamer is dicht1

Wiktionary Translations for dicht:

dicht
adjective
  1. compact
  2. gesloten

Cross Translation:
FromToVia
dicht geschlossen closed — not open
dicht dicht thick — densely crowded or packed
dicht dicht; gedrängt; geschlossen; undurchdringlich denseépais, compact, dont les parties nous paraissent plus épaisses ou plus serrées.