Dutch

Detailed Translations for nuchterheid from Dutch to Spanish

nuchterheid:

nuchterheid [de ~ (v)] noun

  1. de nuchterheid
    el sensatez; el sentido común; el sentido comercial; el sentido práctico

Translation Matrix for nuchterheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
sensatez nuchterheid
sentido comercial nuchterheid zakelijkheid
sentido común nuchterheid boerenverstand
sentido práctico nuchterheid zakelijkheid

Related Words for "nuchterheid":


nuchter:


Translation Matrix for nuchter:

NounRelated TranslationsOther Translations
concreto beton
material goedje; materiaal; materieel; spul; uitrustingsstuk
objetivo aandrang; doel; doeleinde; doelschijf; doelstelling; drang; einddoel; intentie; inzet; moedwil; oogmerk; opzet; plan; planning; streven; toeleg; voornemen; voorzetlens
realista koningsgezinde; realist; royalist
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
comercial verkoper
ModifierRelated TranslationsOther Translations
ayuno koel; nuchter; zakelijk
calmo koel; nuchter; zakelijk bedaard; doodgemoedereerd; doodkalm; gelijkmoedig; gemoedereerd; kalm; kalmpjes; koel; koudmakend; onbewogen; rustig; sereen
comercial koel; nuchter; zakelijk commercieel; op winst gericht
conciso koel; nuchter; zakelijk beknopt; bondig; indifferent; kernachtig; kort; laconiek; lauw; minimaal; ongevoelig; ongeïnteresseerd; onverschillig; raak; summier
concreto koel; nuchter; zakelijk aanraakbaar; concreet; duidelijk; grijpbaar; konkreet; stoffelijk; tastbaar; voelbaar
de negocios koel; nuchter; zakelijk commercieel; op winst gericht
directo koel; nuchter; zakelijk dadelijk; direct; directe; duidelijk; eerlijk; fideel; gelijk; linea recta; meteen; onmiddellijk; onverwijld; openhartig; oprecht; prompt; recht door zee; rechtstreeks; regelrecht; rondborstig; subiet; terstond; trouwhartig
en ayunas koel; nuchter; zakelijk
indiferente koel; nuchter; zakelijk bedaard; doodgemoedereerd; doodkalm; gelijkmoedig; gemoedereerd; kalm; kalmpjes; koudbloedig; nonchalant; onachtzaam; onbegaan; onbewogen; onderkoeld; ongevoelig; onverstoorbaar; rustig; sereen
juiciosa koel; nuchter; zakelijk
material koel; nuchter; zakelijk materieel; stoffelijk
objetivo koel; nuchter; zakelijk objectief; onpartijdig
práctico koel; nuchter; zakelijk gemakkelijk; handig; handzaam; in de praktijk; nuttig; practisch; praktisch
realista koel; nuchter; zakelijk koningsgezind; levensecht; natuurgetrouw; realistisch; reëel; royalistisch
sensato niet beschonken; nuchter bedachtzaam; behoedzaam; bezonnen; correct; doordacht; nadenkend; omzichtig; pienter; raadzaam; verstandig; weldenkend; wijs; wijselijk; zinnig
sereno koel; nuchter; zakelijk bedaard; doodgemoedereerd; doodkalm; gedeisd; gelijkmoedig; gemoedereerd; kalm; kalmpjes; nieuw; onaangebroken; onaangeroerd; onaangetast; onbewogen; ongebruikt; ongeopend; onverkort; pas gekocht; rustig; sereen; stil; vredig; vreedzaam
sobrio koel; niet beschonken; nuchter; zakelijk ingetogen; objectief; onpartijdig; stemmig

Related Words for "nuchter":


Antonyms for "nuchter":


Related Definitions for "nuchter":

  1. praktisch en zakelijk1
    • hij maakte een nuchtere opmerking1
  2. zonder alcohol gedronken te hebben1
    • als je wilt autorijden moet je nuchter blijven1
  3. zonder iets gegeten of gedronken te hebben1
    • deze medicijnen neem je in op je nuchtere maag1

Wiktionary Translations for nuchter:

nuchter
adjective
  1. niet onder de invloed van iets bedwelmends, vooral alcohol

Cross Translation:
FromToVia
nuchter objetivo objective — not influenced by emotions
nuchter sobrio; sereno sober — not drunk