Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. dichtgooien:


Dutch

Detailed Translations for dichtgooien from Dutch to French

dichtgooien:

dichtgooien verb (gooi dicht, gooit dicht, gooide dicht, gooiden dicht, dichtgegooid)

  1. dichtgooien
    fermer brusquement; claquer
    • claquer verb (claque, claques, claquons, claquez, )

Conjugations for dichtgooien:

o.t.t.
  1. gooi dicht
  2. gooit dicht
  3. gooit dicht
  4. gooien dicht
  5. gooien dicht
  6. gooien dicht
o.v.t.
  1. gooide dicht
  2. gooide dicht
  3. gooide dicht
  4. gooiden dicht
  5. gooiden dicht
  6. gooiden dicht
v.t.t.
  1. heb dichtgegooid
  2. hebt dichtgegooid
  3. heeft dichtgegooid
  4. hebben dichtgegooid
  5. hebben dichtgegooid
  6. hebben dichtgegooid
v.v.t.
  1. had dichtgegooid
  2. had dichtgegooid
  3. had dichtgegooid
  4. hadden dichtgegooid
  5. hadden dichtgegooid
  6. hadden dichtgegooid
o.t.t.t.
  1. zal dichtgooien
  2. zult dichtgooien
  3. zal dichtgooien
  4. zullen dichtgooien
  5. zullen dichtgooien
  6. zullen dichtgooien
o.v.t.t.
  1. zou dichtgooien
  2. zou dichtgooien
  3. zou dichtgooien
  4. zouden dichtgooien
  5. zouden dichtgooien
  6. zouden dichtgooien
en verder
  1. is dichtgegooid
  2. zijn dichtgegooid
diversen
  1. gooi dicht!
  2. gooit dicht!
  3. dichtgegooid
  4. dichtgooiend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for dichtgooien:

VerbRelated TranslationsOther Translations
claquer dichtgooien aankloppen; aantikken; dichtklappen; dichtslaan; dichtwerpen; klakken; klapperen; kleppen; klepperen; kloppen; tikken
fermer brusquement dichtgooien