Summary
German to Dutch: more detail...
- fällig:
-
Wiktionary:
- fällig → vervallen, noodzakelijk, verwachtbaar, opeisbaar, te betalen
German
Detailed Translations for fällig from German to Dutch
fällig:
-
fällig (verstrichen; beendet; um)
beëindigd; verlopen; vervallen; verstreken; voorbij-
beëindigd adj
-
verlopen adj
-
vervallen adj
-
verstreken adj
-
voorbij adj
-
Translation Matrix for fällig:
Wiktionary Translations for fällig:
fällig
adjective
-
veraltet: verfallend
- fällig → vervallen
-
übertragen: den Verhältnissen angemessen, in der betreffenden Situation zu erwarten
- fällig → noodzakelijk; verwachtbaar
-
innerhalb der Erfüllungsfrist befindlich
- fällig → opeisbaar; te betalen