German and Dutch Translation Search Results for Großbrand

• grob: grof; ruw; lomp; grofgebouwd; hard; hardhandig; onzacht; log; plomp; onsierlijk van gedaante; verkeerd; bot; ongepast; onbeschaafd; onbehouwen; onkies; onopgevoed; onvertogen; brutaal; plat; onhandig; onmenselijk; bruut; vrijpostig; barbaars; vunzig; stuntelig; monsterlijk; onbeholpen; schunnig; platvloers; slungelig; sukkelig; inhumaan; laag-bij-de-grond; hondsbrutaal; schutterig; stumperig; krukkig; onduidelijk; vaag; heftig; wreed; onbeschoft; meedogenloos; onvriendelijk; dierlijk; verregaand; banaal; respectloos; onstuimig; gedempt; triviaal; vervaagd; onbeschaamd; beestachtig; ongegeneerd; dorps; aanmatigend; onbeheerst; onheus; onhebbelijk; niet helder; honds; hemeltergend; godgeklaagd; afgedempt; zeer ergerlijk; ten hemel schreiend; weggezakt in het geheugen
• Rand: zijkant; kader; lijst; rand; raam; omlijsting; richel; zij; kant; zijde; marge; kantlijn; tres; galon; omzoming; passement; boordsel; oplegsel; paginamarge
• groß: groot; grootschalig; reuze; uitgebreid; uitvoerig; omstandig; ampel; breedvoerig; groots; weids; stevig; flink; fors; potig; gigantisch; immens; reusachtig; zeer groot; kolossaal; enorm; heel erg; uitgewerkt; in details; in zeer hoge mate; rijzig; lang; drievoudig; driedubbel; driemaal zo groot
• Brand: brand; vuur; fik; koudvuur

Synonyms for "Großbrand":