Summary
Spanish to Dutch: more detail...
-
lengua de signos:
-
Wiktionary:
lengua de signos → gebarentaal
lengua de signos → gebarentaal
-
Wiktionary:
Spanish
Detailed Translations for lengua de signos from Spanish to Dutch
lengua de signos: (*Using Word and Sentence Splitter)
- lengua: taal; spraak; inleiding; voorwoord; introductie; proloog; voorbericht
- dar: geven; aangeven; afgeven; overgeven; overhandigen; aanreiken; toesteken; aanbieden; verlenen; doneren; schenken; cadeau geven; cadeau doen; verschaffen; verstrekken; ingeven; binnen gieten; iemand iets toedienen; verdelen; uitreiken; distribueren; ronddelen; draaien; wenden; meegeven; meesturen; zwenken; meezenden; toebrengen; toewijzen; toekennen; gunnen; ondervragen; uitkeren; toebedelen; verhoren; overhoren; uitvragen; uithoren; gunst verlenen; iets toekennen
- darse: spelen; optreden; performen; geven; schenken; doneren; gunnen; gunst verlenen
- dársela: verneuken
- signos: voortekenen
Wiktionary Translations for lengua de signos:
lengua de signos
Cross Translation:
noun
-
taal waarin men door gebaren en gezichtsexpressies communiceert
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• lengua de signos | → gebarentaal | ↔ sign — sign language in general |
External Machine Translations: