Summary
French to Dutch: more detail...
- front:
- Wiktionary:
Dutch to French: more detail...
- front:
- Wiktionary:
French
Detailed Translations for front from French to Dutch
front:
Translation Matrix for front:
Noun | Related Translations | Other Translations |
aangezicht | façade; front | air; air de quelqu'un; allure; apparence; aspect; dehors; extérieur; face; figure; forme; mine; physionomie; physique; spectacle; visage; visibilité; vision; vue |
front | façade; front; largeur de façade | devanture; façade; ligne de combat; pignon; vue de face |
front van slecht weer | front | |
frontaanzicht | devant; front | |
gevel | devant; devanture; façade; front | devanture; façade; pignon |
gevelbreedte | front; largeur de façade | |
pui | devant; devanture; façade; front | devanture; façade; pignon |
vooreind | façade; front; ligne | |
vooreinde | façade; front; ligne | |
voorgevel | devant; devanture; façade; front | devanture; façade; pignon |
voorhoofd | front | |
voorkant | façade; front | devanture; façade; pignon; vue de face |
voorste gedeelte | façade; front; ligne | |
voorzijde | devant; devanture; façade; front |
Synonyms for "front":
Wiktionary Translations for front:
front
front
Cross Translation:
noun
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• front | → voorhoofd | ↔ forehead — part of face above eyebrows |
• front | → front | ↔ front — meteorology: interface between airmasses |
• front | → front | ↔ front — military: area or line of conflict |
• front | → voorhoofd | ↔ Stirn — der Teil des Gesichts zwischen Augenbrauen und Haaransatz |
Related Translations for front
Dutch
Detailed Translations for front from Dutch to French
front:
-
het front (pui; voorgevel; façade; voorkant; gevel)
-
het front (vuurlijn; frontlijn; gevechtslinie)
-
het front (voorzijde; voorkant; aangezicht)
-
het front (gevelbreedte)
-
het front (vooraanzicht; façade; voorkant)
la vue de face
Translation Matrix for front:
Noun | Related Translations | Other Translations |
devanture | façade; front; gevel; pui; voorgevel; voorkant | dekmantel; etalage; etalageruit; façade; gevel; masker; pui; schijn; uitstalkast; uitstalraam; voorgevel; voorkomen; voorzijde; winkelpui; winkelraam; winkelruit |
façade | aangezicht; façade; front; gevel; pui; voorgevel; voorkant; voorzijde | dekmantel; façade; gevel; gevelwand; masker; pui; schijn; uiterlijke schijn; vooreind; vooreinde; voorgevel; voorkomen; voormuur; voorste gedeelte; voorzijde |
front | aangezicht; front; gevelbreedte; voorkant; voorzijde | front van slecht weer; frontaanzicht; gevel; pui; vooreind; vooreinde; voorgevel; voorhoofd; voorste gedeelte; voorzijde |
largeur de façade | front; gevelbreedte | |
ligne de combat | front; frontlijn; gevechtslinie; vuurlijn | |
pignon | façade; front; gevel; pui; voorgevel; voorkant | dakgevel; dekmantel; façade; kamwiel; kettingrad; kettingwiel; kroonrad; masker; schijn; topgevel; voorkomen |
vue de face | façade; front; vooraanzicht; voorkant | vooraanzicht |