Summary
French to Dutch: more detail...
- assiduité:
-
Wiktionary:
- assiduité → stiptheid, nauwgezetheid, opdringerigheid tegenover vrouwen, rokkenjagerij
- assiduité → ijver, geestdrift
French
Detailed Translations for assiduité from French to Dutch
assiduité:
-
l'assiduité (dévouement; ardeur; consécration; application; sollicitude; fougue; passion; caractère passionné; ambition; attachement)
de toewijding; de devotie; de overgave; de inzet; toegewijdheid; de trouw; de zorgzaamheid; de genegenheid; de ijver -
l'assiduité (zèle; diligence; industrie; ardeur; application; élan; ferveur)
de nijverheid; ijverigheid; de werklust; de werkzaamheid; de ijver; de vlijt; noestigheid; naarstigheid; vlijtigheid
Translation Matrix for assiduité:
Synonyms for "assiduité":
Wiktionary Translations for assiduité:
assiduité
Cross Translation:
noun
-
Régularité à se trouver où l’on doit être
- assiduité → stiptheid
-
Application continue à un travail
- assiduité → nauwgezetheid
-
Présence fréquente d’une personne dans un lieu, ou bien auprès de quelqu’un pour lui faire la cour, lui rendre des soins, des services
- assiduité → opdringerigheid tegenover vrouwen; rokkenjagerij
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• assiduité | → ijver; geestdrift | ↔ zeal — fervor or devotion |
External Machine Translations: