Home ->Dictionaries ->Dutch/German ->Search: attest

Dutch and German Translation Search Results for attest

Summary

Dutch to German: more detail...

attest:
- Notiz; Anmerkung; Vermerk; attest; Attest; Gesundheitszeugnis; Gesundheitsattest
Wiktionary:
- attest → Attest, Zeugnis
- attest → Zertifikat, Abzeichen, Anzeichen, Kennzeichen, Merkzeichen, Wink, Zeichen, Ausweis, Beweis, Beleg, Attest, Testimonium, Zeugnis, Ausweispapier, Aussage, Bezeugung, Bestätigung, Beglaubigung, Bescheinigung

German to Dutch: more detail...

attest:
- attest; bewijs; briefje
Attest:
- attest; medisch attest; gezondheidsattest
Wiktionary:
- Attest → oorkonde, certifikaat, certificaat, attest, verklaring
- Attest → bewijs, blijk, teken, merkteken, wenk, adstructie, attest, certificaat, getuigenis, getuigschrift, testimonium, verklaring, getuigenverklaring

Dutch

Detailed Translations for attest from Dutch to German

attest:

attest [het ~] noun

het attest (bewijs; briefje)
die Notiz; die Anmerkung; der Vermerk; attest
- Notiz [die ~] noun
- Anmerkung [die ~] noun
- Vermerk [der ~] noun
- attest [das ~] noun
het attest (gezondheidsattest; medisch attest)
Attest; Gesundheitszeugnis; Gesundheitsattest
- Attest [das ~] noun
- Gesundheitszeugnis [das ~] noun
- Gesundheitsattest [das ~] noun

Translation Matrix for attest:

Noun	Related Translations	Other Translations
Anmerkung	attest; bewijs; briefje	aanmerking; aantekening; bemerking; briefje; kattebelletje; kladbriefje; kladje; krabbel; krabbelbriefje; opmerking; schrijfsel
Attest	attest; gezondheidsattest; medisch attest
Gesundheitsattest	attest; gezondheidsattest; medisch attest
Gesundheitszeugnis	attest; gezondheidsattest; medisch attest	gezondheidscertificaat
Notiz	attest; bewijs; briefje	aantekening; besturing; briefje; gedrag; houding; kattebelletje; kladbriefje; kladje; krabbel; krabbelbriefje; leiding; noot; notitie; opschrijving; plan; rijrichting; schrijfsel; zakelijke notitie
Vermerk	attest; bewijs; briefje	aantekening; briefje; etiket; iemand kenmerken; kattebelletje; kenmerk; kenteken; kladbriefje; kladje; krabbel; noot; notitie; nummerplaat; opschrijving; schrijfsel
attest	attest; bewijs; briefje

Related Words for "attest":

attesten

Wiktionary Translations for attest:

attest

noun

schriftelijk bewijs
- attest → Attest; Zeugnis

Cross Translation:

From	To	Via
• attest	→ Zertifikat	↔ certificate — a document containing a certified statement
• attest	→ Abzeichen; Anzeichen; Kennzeichen; Merkzeichen; Wink; Zeichen; Ausweis; Beweis; Beleg; Attest; Testimonium; Zeugnis; Ausweispapier; Aussage; Bezeugung; Bestätigung; Beglaubigung; Bescheinigung	↔ témoignage — action de témoigner ; rapport d’un ou de plusieurs témoins sur un fait, soit de vive voix, soit par écrit.

Related Translations for attest

medisch attest

German

Detailed Translations for attest from German to Dutch

attest:

attest [das ~] noun

attest (Notiz; Anmerkung; Vermerk)
het attest; het bewijs; het briefje
- attest [het ~] noun
- bewijs [het ~] noun
- briefje [het ~] noun

Translation Matrix for attest:

Noun	Related Translations	Other Translations
attest	Anmerkung; Notiz; Vermerk; attest	Attest; Gesundheitsattest; Gesundheitszeugnis
bewijs	Anmerkung; Notiz; Vermerk; attest	Beleg; Bescheinigung; Beweis; Beweisstück; Rechtsbeweis
briefje	Anmerkung; Notiz; Vermerk; attest	Anmerkung; Aufzeichnung; Banknote; Geldschein; Notiz; Vermerk

Attest:

Attest [das ~] noun

Attest (Gesundheitsattest; Gesundheitszeugnis)
het attest; medisch attest; het gezondheidsattest
- attest [het ~] noun
- medisch attest [znw.] noun
- gezondheidsattest [het ~] noun

Translation Matrix for Attest:

Noun	Related Translations	Other Translations
attest	Attest; Gesundheitsattest; Gesundheitszeugnis	Anmerkung; Notiz; Vermerk; attest
gezondheidsattest	Attest; Gesundheitsattest; Gesundheitszeugnis
medisch attest	Attest; Gesundheitsattest; Gesundheitszeugnis

Synonyms for "Attest":

Beglaubigung; Bescheinigung; Urkunde; Zeugnis

Wiktionary Translations for Attest:

Attest

noun

Medizin: eine ärztliche Bescheinigung oder ein Gesundheitszeugnis
- Attest → oorkonde; certifikaat; certificaat

Attest

noun

schriftelijk bewijs
- attest → Attest; Zeugnis
een schriftelijk bewijs
- certificaat → Attest; Zeugnis
schriftelijk stuk
- verklaring → Attest

Cross Translation:

From	To	Via
• Attest	→ bewijs; blijk; teken; merkteken; wenk; adstructie; attest; certificaat; getuigenis; getuigschrift; testimonium; verklaring; getuigenverklaring	↔ témoignage — action de témoigner ; rapport d’un ou de plusieurs témoins sur un fait, soit de vive voix, soit par écrit.