Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. tegel:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for tegel from Dutch to German

tegel:

tegel [de ~ (m)] noun

  1. de tegel (tegeltje)
    die Fliese; die Kachel; die kleine Fliese

Translation Matrix for tegel:

NounRelated TranslationsOther Translations
Fliese tegel; tegeltje plavuis
Kachel tegel; tegeltje deel
kleine Fliese tegel; tegeltje

Related Words for "tegel":


Related Definitions for "tegel":

  1. rechthoekig plat stuk steen of aardewerk voor wanden of vloeren1
    • we hebben witte tegels in de badkamer1

Wiktionary Translations for tegel:

tegel
noun
  1. een rechthoekig stenen voorwerp dat meestal wordt gebruikt voor het bedekken van oppervlakten

Cross Translation:
FromToVia
tegel Fliese flag — flagstone
tegel Kachel; Fliese; Dachziegel tile — mostly rectangular shaped sheet of ceramic or fired clay to cover surfaces