Dutch
Detailed Translations for proberen from Dutch to Spanish
proberen:
-
proberen (pogen; trachten)
-
proberen (uitproberen; beproeven)
testar; poner a prueba; intentar; tentar; solicitar; examinar; rogar; someter a prueba-
testar verb
-
poner a prueba verb
-
intentar verb
-
tentar verb
-
solicitar verb
-
examinar verb
-
rogar verb
-
someter a prueba verb
-
-
proberen (proeven; keuren)
-
proberen (aanproberen; passen)
Conjugations for proberen:
o.t.t.
- probeer
- probeert
- probeert
- proberen
- proberen
- proberen
o.v.t.
- probeerde
- probeerde
- probeerde
- probeerden
- probeerden
- probeerden
v.t.t.
- heb geprobeerd
- hebt geprobeerd
- heeft geprobeerd
- hebben geprobeerd
- hebben geprobeerd
- hebben geprobeerd
v.v.t.
- had geprobeerd
- had geprobeerd
- had geprobeerd
- hadden geprobeerd
- hadden geprobeerd
- hadden geprobeerd
o.t.t.t.
- zal proberen
- zult proberen
- zal proberen
- zullen proberen
- zullen proberen
- zullen proberen
o.v.t.t.
- zou proberen
- zou proberen
- zou proberen
- zouden proberen
- zouden proberen
- zouden proberen
diversen
- probeer!
- probeert!
- geprobeerd
- proberend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for proberen:
Synonyms for "proberen":
Related Definitions for "proberen":
Wiktionary Translations for proberen:
proberen
Cross Translation:
verb
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• proberen | → tratar; intentar | ↔ attempt — to try |
• proberen | → esforzar; procurar | ↔ endeavor — attempt through application of effort |
• proberen | → intentar; tratar | ↔ try — to attempt |
• proberen | → tratar; intentar | ↔ try — to make an experiment |
• proberen | → tratar; intentar; probar; ensayar | ↔ essayer — Traductions à trier suivant le sens |