Summary


Dutch

Detailed Translations for schril from Dutch to Spanish

schril:


Translation Matrix for schril:

NounRelated TranslationsOther Translations
chillón brulboei; schreeuwer; schreeuwlelijk
fuerte citadel; deurslot; kasteel; ridderkasteel; ridderslot; slot; sterke kant; sterke zijde
ModifierRelated TranslationsOther Translations
agudo hard; hoog; schel; scherp; schril; snerpend acuut; adrem; behendig; beklemmend; bekwaam; bijdehand; bitter teleurgesteld; clever; doordringend; felle; gevat; handig; indringend; intelligent; intens; intensief; kien; knellend; kundig; met een scherp oog; nauwlettend; nijpend; pienter; puntig; raak; schel klinkend; scherp; scherp gepunt; scherpklinkend; scherpzinnig; schrander; slim; smartelijk; snedig; snugger; spits; uitgekookt; uitgeslapen; vaardig; verbitterd; vlijmend; vlijmscherp
chillón op afgebeten toon; schril; snijdend agressief; bitter teleurgesteld; doordringend; felgekleurd; felle; gewelddadig; indringend; krijserig; schel klinkend; scherp; schreeuwerig; verbitterd; vlijmend; vlijmscherp
fuerte hard; hoog; schel; scherp; schril; snerpend bitter teleurgesteld; blijvend; breed; dapper; degelijke; doordringend; duurzaam; duurzame; felle; ferm; fiks; flink; fors; fysiek sterk; grimmig; hard; hardop; heldhaftig; heroïsch; indringend; intens; intensief; keihard; kloek; krachtig; luid; massief; met een krachtige uitwerking; met hoge snelheid; moedig; moreel sterk; onderdrukt; onverschrokken; opgekropt; pittig; potig; robuust; schel klinkend; scherp; solide; sterk; stevig; stevig gebouwd; stout; stoutmoedig; straf; struis; uit de kluiten gewassen; verbeten; verbitterd; verkropt; zwaar; zwaargebouwd
penetrante hard; hoog; op afgebeten toon; schel; scherp; schril; snerpend; snijdend beklemmend; bijtende; doordringend; indringend; indringende; indringerig; knellend; nijpend; penetrant; schel klinkend; scherp; smartelijk; stekend; vlijmend; vlijmscherp

Related Words for "schril":

  • schrilheid

Wiktionary Translations for schril:


Cross Translation:
FromToVia
schril afilado; agudo; acerbo; acre acerbe — Qui est d’un goût âpre, se dit d’un vin acide, dur et âpre
schril agrio aigre — Qui a une saveur acide et amère provoquant un sentiment désagréable.
schril agudo; afilado aigu — Qui a un aspect pointu, tranchant, voire déchirer.
schril afilado coupant — Qui couper.
schril afilado; agudo; acerbo; acre; sutil; chistoso; ocurrente; ingenioso; fino findélié, menu, mince ou étroit.
schril incisivo incisif — Qui couper ou qui est propre à couper.
schril agudo; acerbo; acre mordant — didact|fr Qui mordre.
schril afilado; agudo perçant — Qui percer, qui pénétrer.
schril picante piquant — Qui piquer.
schril afilado; agudo; puntiagudo pointu — Qui se termine en pointe
schril afilado; agudo pénétrant — Qui pénétrer.
schril afilado; agudo saillant — Qui avancer, qui sortir en dehors.
schril vivo vif — Qui est en vie.
schril acre; agrio; amargo âcre — Qui a quelque chose de piquant et d’irritant.
schril áspero âpre — Qui, par sa rudesse ou son âcreté, produit une sensation désagréable aux organes du toucher, de l’ouïe ou du goût.