Summary
Dutch to Spanish: more detail...
- schrappen:
-
Wiktionary:
- schrappen → cruzar, tachar, privar el paso, interceptar, obstruir, rascar, raspar, raer, anular, contramandar, liquidar, eliminar, exterminar
Dutch
Detailed Translations for schrappen from Dutch to Spanish
schrappen:
-
schrappen (doorhalen)
-
schrappen (afkrabben; schrapen)
-
schrappen (wortels schrapen; krabben)
Conjugations for schrappen:
o.t.t.
- schrap
- schrapt
- schrapt
- schrappen
- schrappen
- schrappen
o.v.t.
- schrapte
- schrapte
- schrapte
- schrapten
- schrapten
- schrapten
v.t.t.
- heb geschrapt
- hebt geschrapt
- heeft geschrapt
- hebben geschrapt
- hebben geschrapt
- hebben geschrapt
v.v.t.
- had geschrapt
- had geschrapt
- had geschrapt
- hadden geschrapt
- hadden geschrapt
- hadden geschrapt
o.t.t.t.
- zal schrappen
- zult schrappen
- zal schrappen
- zullen schrappen
- zullen schrappen
- zullen schrappen
o.v.t.t.
- zou schrappen
- zou schrappen
- zou schrappen
- zouden schrappen
- zouden schrappen
- zouden schrappen
en verder
- ben geschrapt
- bent geschrapt
- is geschrapt
- zijn geschrapt
- zijn geschrapt
- zijn geschrapt
diversen
- schrap!
- schrapt!
- geschrapt
- schrappend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for schrappen:
Wiktionary Translations for schrappen:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• schrappen | → cruzar; tachar | ↔ cross out — to strike out |
• schrappen | → privar el paso; interceptar; obstruir | ↔ barrer — fermer avec une barre par-derrière. |
• schrappen | → tachar | ↔ biffer — effacer ce qui écrire. |
• schrappen | → rascar; raspar; raer | ↔ gratter — racler pour nettoyer, pour effacer ou pour polir. |
• schrappen | → anular; contramandar; liquidar; eliminar; exterminar | ↔ supprimer — Traductions à trier suivant le sens |
External Machine Translations: