Noun | Related Translations | Other Translations |
supérieur
|
|
baas; bevelhebber; chef; commandant; hoofd; kloosteroverste; meerdere; meester; moeder overste; overste; patroon; superieur
|
Adjective | Related Translations | Other Translations |
respectable
|
|
deugdzaam; eerzaam; zedig
|
Modifier | Related Translations | Other Translations |
d'importance
|
befaamd; geacht; hooggeplaatst; hooggezeten; prominent; vooraanstaand; vooraanstaande; voornaam
|
aanzienlijk; adelijk; behoorlijk; belangrijk; beroemd; danig; doorluchtig; duchtig; flink; gedistingeerd; gewichtig; hooggeplaatst; illuster; stoer; van belang; verheven; voornaam
|
d'un rang élevé
|
befaamd; geacht; hooggeplaatst; hooggezeten; prominent; vooraanstaand; vooraanstaande; voornaam
|
aanzienlijk; adelijk; beroemd; doorluchtig; gedistingeerd; gewichtig; hooggeplaatst; illuster; verheven; voornaam
|
de grande valeur
|
befaamd; geacht; hooggeplaatst; hooggezeten; prominent; vooraanstaand; vooraanstaande; voornaam
|
kostbaar; waardevol
|
de haute qualité
|
befaamd; geacht; hooggeplaatst; hooggezeten; prominent; vooraanstaand; vooraanstaande; voornaam
|
hoogwaardig; perfect; prima; van goede kwaliteit
|
de marque
|
befaamd; geacht; hooggeplaatst; hooggezeten; prominent; vooraanstaand; vooraanstaande; voornaam
|
|
digne
|
befaamd; geacht; hooggeplaatst; hooggezeten; prominent; vooraanstaand; vooraanstaande
|
achtbaar; achtenswaardig; deftig; eerbiedwaardig; menswaardig; statig; waardig
|
en vue
|
befaamd; geacht; hooggeplaatst; hooggezeten; prominent; vooraanstaand; vooraanstaande
|
|
haut placé
|
befaamd; geacht; hooggeplaatst; hooggezeten; prominent; vooraanstaand; vooraanstaande; voornaam
|
hoog geplaatst
|
important
|
befaamd; geacht; hooggeplaatst; hooggezeten; prominent; vooraanstaand; vooraanstaande; voornaam
|
aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; behoorlijk; belangrijk; belangrijke; enorm; flink; fors; important; invloedrijk; noemenswaardige; substantieel; van belang; vooraanstaand; waard
|
marquant
|
befaamd; geacht; hooggeplaatst; hooggezeten; prominent; vooraanstaand; vooraanstaande; voornaam
|
frappant; gezichtsbepalend; in het oog lopend; in het oog springend; opmerkelijk; opmerkenswaardig; opvallend; saillant; toonaangevend; treffend
|
respectable
|
befaamd; geacht; hooggeplaatst; hooggezeten; prominent; vooraanstaand; vooraanstaande
|
aanmerkelijk; aanzienlijk; achtbaar; achtenswaardig; beduidend; behoorlijk; beschaafd; eerbaar; eerbiedwaardig; eerbiedwekkend; eerzaam; enorm; fantastisch; fatsoenlijk; flink; formidabel; fors; geducht; geweldig; hebbelijk; in hoge mate; indrukwekkend; keurig; kies; netjes; prachtig; respectabel; welgemanierd; welopgevoed
|
supérieur
|
befaamd; geacht; hooggeplaatst; hooggezeten; prominent; vooraanstaand; vooraanstaande; voornaam
|
aanmatigend; arrogant; bovenst; bovenste; eersteklas; eersterangs; geringschattend; hautain; honend; hooghartig; hoogmoedig; hoogwaardig; hovaardig; kleinerend; laatdunkend; minachtend; neerbuigend; opperst; opperste; perfect; prima; smalend; spottend; superieur; top; tot de beste klasse behorend; trots; uit de hoogte; uitstekend; van goede kwaliteit; verwaand; zelfgenoegzaam; zelfingenomen
|
vénérable
|
befaamd; geacht; hooggeplaatst; hooggezeten; prominent; vooraanstaand; vooraanstaande; voornaam
|
aanzienlijk; achtbaar; achtenswaardig; adelijk; beroemd; doorluchtig; eerbiedwaardig; gedistingeerd; gewichtig; hooggeplaatst; illuster; plechtig; plechtstatig; statig; verheven; voornaam; zeer plechtig
|
éminent
|
befaamd; geacht; hooggeplaatst; hooggezeten; prominent; vooraanstaand; vooraanstaande; voornaam
|
aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; behoorlijk; deftig; dominant; enorm; fier; flink; fors; gedistingeerd; gezaghebbend; gezichtsbepalend; indrukwekkend; maatgevend; majestueus; nobel; parmant; parmantig; plechtig; plechtstatig; statig; toonaangevend; trots; vooraanstaand; vooraanstaande; voornaam; vorstelijk
|