Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. invullen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for invullen from Dutch to French

invullen:

invullen [znw.] noun

  1. invullen (invulling)
    le remplissage; l'accomplissement; la réalisation

invullen verb (vul in, vult in, vulde in, vulden in, ingevuld)

  1. invullen
    remplir; peupler
    • remplir verb (remplis, remplit, remplissons, remplissez, )
    • peupler verb (peuple, peuples, peuplons, peuplez, )
  2. invullen
    remplir
    • remplir verb (remplis, remplit, remplissons, remplissez, )

Conjugations for invullen:

o.t.t.
  1. vul in
  2. vult in
  3. vult in
  4. vullen in
  5. vullen in
  6. vullen in
o.v.t.
  1. vulde in
  2. vulde in
  3. vulde in
  4. vulden in
  5. vulden in
  6. vulden in
v.t.t.
  1. heb ingevuld
  2. hebt ingevuld
  3. heeft ingevuld
  4. hebben ingevuld
  5. hebben ingevuld
  6. hebben ingevuld
v.v.t.
  1. had ingevuld
  2. had ingevuld
  3. had ingevuld
  4. hadden ingevuld
  5. hadden ingevuld
  6. hadden ingevuld
o.t.t.t.
  1. zal invullen
  2. zult invullen
  3. zal invullen
  4. zullen invullen
  5. zullen invullen
  6. zullen invullen
o.v.t.t.
  1. zou invullen
  2. zou invullen
  3. zou invullen
  4. zouden invullen
  5. zouden invullen
  6. zouden invullen
en verder
  1. ben ingevuld
  2. bent ingevuld
  3. is ingevuld
  4. zijn ingevuld
  5. zijn ingevuld
  6. zijn ingevuld
diversen
  1. vul in!
  2. vult in!
  3. ingevuld
  4. invullend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for invullen:

NounRelated TranslationsOther Translations
accomplissement invullen; invulling arbeidsprestatie; prestatie; totstandkoming; verrichting; vervulling; verwerkelijking; verwezenlijking; volbrenging; voltooiing; werkprestatie
remplissage invullen; invulling bijvulling; opvulling; volplempen; vulling; vulsel; vulstof
réalisation invullen; invulling aanmaken; benul; besef; bewustzijn; executie; fabricage; fabricatie; fabriceren; maken; notie; prestatie; produceren; productie; realisatie; tenuitvoerlegging; totstandkoming; uitvoeren; uitvoering; verrichting; vervaardigen; vervaardiging; vervulling; verwerkelijking; verwezenlijking; volbrengen; voltrekking
VerbRelated TranslationsOther Translations
peupler invullen bevolken
remplir invullen aanvullen; bedekken; bekleden; beslaan; bijvullen; completeren; farceren; opvullen; overtrekken; ruimte innemen; toevoegen; volgieten; volgooien; volmaken; volplempen; volpompen; volschenken; volstorten; voltallig maken; vullen

Wiktionary Translations for invullen:

invullen
Cross Translation:
FromToVia
invullen combler fill — install someone or be installed in
invullen remplir fill out — to complete a form
invullen marque substitutive placeholder — that which holds, denotes or reserves a place for something to come later
invullen remplir ausfüllen — ein Formular ergänzen
invullen ajouter ergänzen — etwas hinzufügen