Summary
Dutch to French: more detail...
- invullen:
-
Wiktionary:
- invullen → compléter
- invullen → combler, remplir, marque substitutive, ajouter
Dutch
Detailed Translations for invullen from Dutch to French
invullen:
-
invullen (invulling)
-
invullen
remplir; peupler-
remplir verb (remplis, remplit, remplissons, remplissez, remplissent, remplissais, remplissait, remplissions, remplissiez, remplissaient, remplîmes, remplîtes, remplirent, remplirai, rempliras, remplira, remplirons, remplirez, rempliront)
-
peupler verb (peuple, peuples, peuplons, peuplez, peuplent, peuplais, peuplait, peuplions, peupliez, peuplaient, peuplai, peuplas, peupla, peuplâmes, peuplâtes, peuplèrent, peuplerai, peupleras, peuplera, peuplerons, peuplerez, peupleront)
-
-
invullen
Conjugations for invullen:
o.t.t.
- vul in
- vult in
- vult in
- vullen in
- vullen in
- vullen in
o.v.t.
- vulde in
- vulde in
- vulde in
- vulden in
- vulden in
- vulden in
v.t.t.
- heb ingevuld
- hebt ingevuld
- heeft ingevuld
- hebben ingevuld
- hebben ingevuld
- hebben ingevuld
v.v.t.
- had ingevuld
- had ingevuld
- had ingevuld
- hadden ingevuld
- hadden ingevuld
- hadden ingevuld
o.t.t.t.
- zal invullen
- zult invullen
- zal invullen
- zullen invullen
- zullen invullen
- zullen invullen
o.v.t.t.
- zou invullen
- zou invullen
- zou invullen
- zouden invullen
- zouden invullen
- zouden invullen
en verder
- ben ingevuld
- bent ingevuld
- is ingevuld
- zijn ingevuld
- zijn ingevuld
- zijn ingevuld
diversen
- vul in!
- vult in!
- ingevuld
- invullend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for invullen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
accomplissement | invullen; invulling | arbeidsprestatie; prestatie; totstandkoming; verrichting; vervulling; verwerkelijking; verwezenlijking; volbrenging; voltooiing; werkprestatie |
remplissage | invullen; invulling | bijvulling; opvulling; volplempen; vulling; vulsel; vulstof |
réalisation | invullen; invulling | aanmaken; benul; besef; bewustzijn; executie; fabricage; fabricatie; fabriceren; maken; notie; prestatie; produceren; productie; realisatie; tenuitvoerlegging; totstandkoming; uitvoeren; uitvoering; verrichting; vervaardigen; vervaardiging; vervulling; verwerkelijking; verwezenlijking; volbrengen; voltrekking |
Verb | Related Translations | Other Translations |
peupler | invullen | bevolken |
remplir | invullen | aanvullen; bedekken; bekleden; beslaan; bijvullen; completeren; farceren; opvullen; overtrekken; ruimte innemen; toevoegen; volgieten; volgooien; volmaken; volplempen; volpompen; volschenken; volstorten; voltallig maken; vullen |
Wiktionary Translations for invullen:
invullen
Cross Translation:
verb
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• invullen | → combler | ↔ fill — install someone or be installed in |
• invullen | → remplir | ↔ fill out — to complete a form |
• invullen | → marque substitutive | ↔ placeholder — that which holds, denotes or reserves a place for something to come later |
• invullen | → remplir | ↔ ausfüllen — ein Formular ergänzen |
• invullen | → ajouter | ↔ ergänzen — etwas hinzufügen |