Dutch

Detailed Translations for kwijnen from Dutch to French

kwijnen:

kwijnen verb (kwijn, kwijnt, kwijnde, kwijnden, gekwijnd)

  1. kwijnen (verkwijnen; wegkwijnen)
    languir; dépérir; s'affaiblir; se consumer
    • languir verb (languis, languit, languissons, languissez, )
    • dépérir verb (dépéris, dépérit, dépérissons, dépérissez, )
  2. kwijnen (smachten; kwijnend verlangen; snakken)
    languir; souhaiter ardemment; soupirer après; aspirer à; désirer ardemment; avoir très envie

Conjugations for kwijnen:

o.t.t.
  1. kwijn
  2. kwijnt
  3. kwijnt
  4. kwijnen
  5. kwijnen
  6. kwijnen
o.v.t.
  1. kwijnde
  2. kwijnde
  3. kwijnde
  4. kwijnden
  5. kwijnden
  6. kwijnden
v.t.t.
  1. ben gekwijnd
  2. bent gekwijnd
  3. is gekwijnd
  4. zijn gekwijnd
  5. zijn gekwijnd
  6. zijn gekwijnd
v.v.t.
  1. was gekwijnd
  2. was gekwijnd
  3. was gekwijnd
  4. waren gekwijnd
  5. waren gekwijnd
  6. waren gekwijnd
o.t.t.t.
  1. zal kwijnen
  2. zult kwijnen
  3. zal kwijnen
  4. zullen kwijnen
  5. zullen kwijnen
  6. zullen kwijnen
o.v.t.t.
  1. zou kwijnen
  2. zou kwijnen
  3. zou kwijnen
  4. zouden kwijnen
  5. zouden kwijnen
  6. zouden kwijnen
diversen
  1. kwijn!
  2. kwijnt!
  3. gekwijnd
  4. kwijnend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for kwijnen:

NounRelated TranslationsOther Translations
s'affaiblir wegsterven
VerbRelated TranslationsOther Translations
aspirer à kwijnen; kwijnend verlangen; smachten; snakken ambiëren; een sterke begeerte hebben naar; gericht werpen; hongeren naar; hunkeren; ijveren; mikken; mikken op; sterk verlangen; streven; streven naar; uitkijken naar; zich verheugen op
avoir très envie kwijnen; kwijnend verlangen; smachten; snakken
dépérir kwijnen; verkwijnen; wegkwijnen afmatten; bederven; moe maken; slopen; stukmaken; uitputten; verbroddelen; verdorsten; vergaan; verklungelen; verknallen; verknoeien; verkommeren; vermoeien; verpesten; vervallen; verzieken; wegkwijnen; wegslinken
désirer ardemment kwijnen; kwijnend verlangen; smachten; snakken hunkeren; sterk verlangen
languir kwijnen; kwijnend verlangen; smachten; snakken; verkwijnen; wegkwijnen hopen; spinzen; van hoop vervuld zijn; verlangen; wegkwijnen; wegslinken
s'affaiblir kwijnen; verkwijnen; wegkwijnen aan kracht inboeten; tanen; uitputten; verflauwen; verslappen; verzwakken; wegslinken; zwak worden; zwakker worden
se consumer kwijnen; verkwijnen; wegkwijnen afbranden; afdragen; doorjagen; leegbranden; opmaken; platbranden; slijten; uitbranden; uitgeven voor een maaltijd; verbruiken; verslijten; verteren
souhaiter ardemment kwijnen; kwijnend verlangen; smachten; snakken
soupirer après kwijnen; kwijnend verlangen; smachten; snakken een sterke begeerte hebben naar; hongeren naar; hopen; spinzen; van hoop vervuld zijn; verlangen

Wiktionary Translations for kwijnen: