Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. een:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for één from Dutch to French

één form of een:


Translation Matrix for een:

AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
- één
ModifierRelated TranslationsOther Translations
tout seul een; eentje in een handomdraai; moeiteloos; vanzelf; zonder moeite
un een; eentje
un drôle de bonhomme een; eentje
un type à part een; eentje

Related Words for "een":


Antonyms for "een":


Related Definitions for "een":

  1. geeft aan dat het woord erachter niet precies aangeduid wordt1
    • ik heb daar een jongen zien lopen1
  2. getal 11
    • je mag nog één keer raden1
  3. helemaal met elkaar verbonden1
    • man en vrouw zijn een1

Wiktionary Translations for een:

een
  1. Marque l’unité
adjective
  1. Déterminant placé devant un nom.

Cross Translation:
FromToVia
een une; un an — indefinite article
een lâcher break wind — to fart
een un one — cardinal number 1
een quelconque some — certain, unspecified or unknown
een un einunbestimmter Artikel des Maskulinums im Nominativ
een un eins — die Kardinalzahl zwischen null und zwei


Wiktionary Translations for één:

één
number
  1. de inhoud van de kleinste niet-lege verzameling
noun
  1. het getal 1
    • éénun
één
  1. Marque l’unité

Cross Translation:
FromToVia
één un one — cardinal number 1
één un one — digit or figure
één un seul; une seule one — a single, unspecified thing
één un eins — die Kardinalzahl zwischen null und zwei

Related Translations for één