Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. afwezig:
  2. Afwezig:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for afwezig from Dutch to French

afwezig:

afwezig adj

  1. afwezig (gedachteloos; absent)

Translation Matrix for afwezig:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
hébété absent; afwezig; gedachteloos daas; doezelig; dof; duf; geesteloos; mat; met de mond vol tanden; met open mond; soezerig; sprakeloos; suf; verbaasd; verbijsterd; verbluft; verstomd; versuft; verwonderd

Related Words for "afwezig":


Antonyms for "afwezig":


Related Definitions for "afwezig":

  1. er niet met je hoofd bij zijn, niet opletten1
    • wat zit je weer afwezig te kijken!1
  2. er niet zijn1
    • hoeveel studenten waren vandaag afwezig?1

Wiktionary Translations for afwezig:

afwezig
adjective
  1. niet op een bepaald tijdstip en plaats zijn
afwezig
adjective
  1. Qui n’est pas là où on l’attend.

Cross Translation:
FromToVia
afwezig absent absent — being away from a place
afwezig absent absent — not existing
afwezig absent absent — inattentive
afwezig absent abwesendnicht gegenwärtig sein, nicht präsent sein, zu einem bestimmten Zeitpunkt oder in einem bestimmten Zeitraum fehlend

Afwezig:

Afwezig adj

  1. Afwezig (Als Afwezig weergeven)

Afwezig

  1. Afwezig

Translation Matrix for Afwezig:

Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
Absent Afwezig
Absent(e) Afwezig; Als Afwezig weergeven

Related Translations for afwezig