Summary


Dutch

Detailed Translations for bezorgdheid from Dutch to French

bezorgdheid:

bezorgdheid [de ~ (v)] noun

  1. de bezorgdheid (zorg; verontrusting; bekommernis; ongerustheid; kommer)
    l'inquiétude; le souci; la préoccupation; le soucis; la souffrance; le chagrin; le malheur; la peine; la tristesse; le tourment

Translation Matrix for bezorgdheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
chagrin bekommernis; bezorgdheid; kommer; ongerustheid; verontrusting; zorg bedroefdheid; chagrijn; droefenis; droefheid; ergernis; leed; sjacherijn; smart; treurigheid; treurnis; verdriet
inquiétude bekommernis; bezorgdheid; kommer; ongerustheid; verontrusting; zorg angst; bangheid; beduchtheid; vrees
malheur bekommernis; bezorgdheid; kommer; ongerustheid; verontrusting; zorg chagrijn; ellende; ergernis; kommer; kwel; leed; malheur; misère; moeilijkheden; ongeluk; onheil; onspoed; pech; ramp; rampspoed; smart; tegenslag; tegenslagen; tegenspoed; terugslag; terugslagen; treurigheid; verdriet
peine bekommernis; bezorgdheid; kommer; ongerustheid; verontrusting; zorg bezwaar; boete; celstraf; chagrijn; droefheid; ergernis; gevangenisstraf; grief; hechtenis; het klagen; inspanning; klacht; last; leed; moeilijkheid; moeite; narigheid; penarie; pijn; probleem; smart; soesa; straf; verdriet
préoccupation bekommernis; bezorgdheid; kommer; ongerustheid; verontrusting; zorg
souci bekommernis; bezorgdheid; kommer; ongerustheid; verontrusting; zorg goudsbloem; kopzorg
soucis bekommernis; bezorgdheid; kommer; ongerustheid; verontrusting; zorg beslommering; gepeins; gepieker; geprakkizeer; getob; moeilijkheden; problemen; sores; zorgen
souffrance bekommernis; bezorgdheid; kommer; ongerustheid; verontrusting; zorg chagrijn; ergernis; leed; lijden; smart; verdriet
tourment bekommernis; bezorgdheid; kommer; ongerustheid; verontrusting; zorg beproeving; bezoeking; droefenis; ergernis; foltering; grief; kwelling; marteling; nood; pijniging; temptatie; treurnis; verdriet
tristesse bekommernis; bezorgdheid; kommer; ongerustheid; verontrusting; zorg bedroefdheid; chagrijn; droefenis; droefgeestigheid; droefheid; ellende; ergernis; gedeprimeerdheid; grauwheid; kleurloosheid; kommer; kruis; kwel; leed; melancholie; misère; neerslachtigheid; ongeluk; pijn; radeloosheid; rouw; smart; somberheid; treurigheid; treurnis; triestheid; troosteloosheid; troosteloze toestand; verdriet; vertwijfeling; wanhoop; weemoed; zieligheid; zwaarmoedigheid
OtherRelated TranslationsOther Translations
tourment kwelling
ModifierRelated TranslationsOther Translations
chagrin droefgeestig; melancholisch

Related Words for "bezorgdheid":


Wiktionary Translations for bezorgdheid:

bezorgdheid
noun
  1. bekommering wegens iets dat al of niet zal of kan gebeuren
bezorgdheid
noun
  1. inquiétude
  2. Crainte, peur (2)

Cross Translation:
FromToVia
bezorgdheid anxiété; inquiétude anxiety — concern
bezorgdheid préoccupation bemusement — characteristic of being bemused

bezorgdheid form of bezorgd:


Translation Matrix for bezorgd:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
avec inquiétude bezorgd; ongerust; verontrust
inquiet bekommerd; bezorgd; kommerlijk; met bezorgdheid; ongerust; verontrust beducht; piekerig; tobberig; zwaartillend
inquiète bezorgd; ongerust; verontrust
soucieux bekommerd; bezorgd; kommerlijk; met bezorgdheid; ongerust; verontrust kommervol; vol zorgen

Related Words for "bezorgd":


Wiktionary Translations for bezorgd:

bezorgd
adjective
  1. Qui a le caractère de l’anxiété, qui exprimer l’anxiété.
  2. Qui est dans quelques troubles, dans quelques agitations d’esprit, soit par craintes, soit par irrésolutions et incertitudes.

Cross Translation:
FromToVia
bezorgd anxieux anxious — full of anxiety
bezorgd soucieux; inquiet; appréhensif apprehensive — anticipating something with anxiety or fear
bezorgd inquiet worried — thinking about unpleasant things that have happened or that might happen
bezorgd → s'inquiéter worry — be troubled
bezorgd préoccupé besorgt — um Hilfe und Unterstützung bemüht, voller Sorge

Related Translations for bezorgdheid