Summary


Dutch

Detailed Translations for pootte from Dutch to French

poten:

poten verb (poot, pootte, pootten, gepoot)

  1. poten (aardappelen poten)
    placer; planter des pommes de terre
    • placer verb (place, places, plaçons, placez, )
  2. poten (in de grond zetten; planten)
    planter; implanter
    • planter verb (plante, plantes, plantons, plantez, )
    • implanter verb (implante, implantes, implantons, implantez, )

Conjugations for poten:

o.t.t.
  1. poot
  2. poot
  3. poot
  4. poten
  5. poten
  6. poten
o.v.t.
  1. pootte
  2. pootte
  3. pootte
  4. pootten
  5. pootten
  6. pootten
v.t.t.
  1. heb gepoot
  2. hebt gepoot
  3. heeft gepoot
  4. hebben gepoot
  5. hebben gepoot
  6. hebben gepoot
v.v.t.
  1. had gepoot
  2. had gepoot
  3. had gepoot
  4. hadden gepoot
  5. hadden gepoot
  6. hadden gepoot
o.t.t.t.
  1. zal poten
  2. zult poten
  3. zal poten
  4. zullen poten
  5. zullen poten
  6. zullen poten
o.v.t.t.
  1. zou poten
  2. zou poten
  3. zou poten
  4. zouden poten
  5. zouden poten
  6. zouden poten
en verder
  1. is gepoot
  2. zijn gepoot
diversen
  1. poot!
  2. poott!
  3. gepoot
  4. potend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

poten [het ~] noun

  1. het poten (beplanting; planten; aanplant)
    la végétation; la plantation; la culture; la superficie plantée

Translation Matrix for poten:

NounRelated TranslationsOther Translations
culture aanplant; beplanting; planten; poten aanfok; aankweek; aankweken; aanplant; aanplanten; begroeiing; beschaving; civilisatie; culture; cultuur; doen voorttelen; fok; fokken; fokkerij; geboefte; gebroed; gespuis; gewas; gewassenverbouwing; grondbewerking; kweek; kweken; plantage; planten; reproductie; schorriemorrie; teelt; telen; tuig; uitschot; vegetatie; verbouw; verbouwen; voortbrenging; voortplanting
plantation aanplant; beplanting; planten; poten aankweken; aanplant; aanplanten; aanplanting; gewas; plantage; planten; vegetatie
superficie plantée aanplant; beplanting; planten; poten cultuur; kweek
végétation aanplant; beplanting; planten; poten aanplant; begroeiing; gewas; planten; vegetatie; woekering
VerbRelated TranslationsOther Translations
implanter in de grond zetten; planten; poten implanteren; inplanten
placer aardappelen poten; poten beleggen; bewaren; bijzetten; deponeren; investeren; leggen; neerleggen; neerzetten; onderuit halen; opslaan; plaats toekennen; plaatsen; posten; posteren; stationeren; wegleggen; zetten
planter in de grond zetten; planten; poten beplanten; deponeren; leggen; neerleggen; neerzetten; plaatsen; stationeren; zetten
planter des pommes de terre aardappelen poten; poten

Related Words for "poten":


Related Definitions for "poten":

  1. ze in de grond zetten1
    • vandaag heb ik de aardappels gepoot1

Wiktionary Translations for poten:

poten
verb
  1. ondiep in de aarde stoppen, met name van bollen, wortels, zaden e.d. om deze te laten groeien
poten
verb
  1. Fixer une plante en terre pour qu’elle prenne racine.

Cross Translation:
FromToVia
poten planter plant — place in soil or other substrate in order that it may live and grow