Dutch

Detailed Translations for reductie from Dutch to English

reductie:

reductie [de ~ (v)] noun

  1. de reductie (korting; prijsverlaging)
    the discount; the deduction; the rebate; the cut
  2. de reductie
    the reduction; the decrease
  3. de reductie (prijsvermindering; korting)
    the price reduction; the reduction; the cut

Translation Matrix for reductie:

NounRelated TranslationsOther Translations
cut korting; prijsverlaging; prijsvermindering; reductie bekorting; besnoeiing; besparing; bezuiniging; coupure; inkeping; inkerving; inkrimping; insnijding; jaap; keep; kerf; kostenbesparing; ontering; snede; snee; sneetje; snijwond; snijwondje; snit; snoeiing; verkorting; verlaging
decrease reductie afname; afname voorraad; afnames; afzwakking; bekorting; besnoeiing; besparing; bezuiniging; daling; inkrimping; korten; kostenbesparing; krimpen; minder worden; minderen; teruggang; terugloop; val; verkorting; vermindering; vervallingen
deduction korting; prijsverlaging; reductie afleiden; aftrek; aftrekking; deduceren; deductie; vermindering
discount korting; prijsverlaging; reductie baisse; deflatie; disconto; discount; discountwinkel; discountzaak; korting; prijsdaling; prijsverlaging; rabat
price reduction korting; prijsvermindering; reductie deflatie; prijsdaling; prijsverlaging
rebate korting; prijsverlaging; reductie aftrek; aftrekking; baisse; deductie; deflatie; prijsdaling; prijsverlaging; rabat; vermindering
reduction korting; prijsvermindering; reductie baisse; bekorting; besnoeiing; besparing; bezuiniging; deflatie; herleiding; inkorting; inkrimping; inname; kleiner maken; kostenbesparing; prijsdaling; prijsverlaging; rabat; reduceren; simplificatie; vereenvoudiging; verkleining; verkorting; vernedering
VerbRelated TranslationsOther Translations
cut aankaarten; aansnijden; aanvoeren; afsnijden; coifferen; doorhakken; doorhouwen; doorklieven; doorknippen; doormidden hakken; een knippend geluid maken; entameren; houtsnijden; in hout schrijven; in tweeën houwen; kappen; kerven; klieven; kloven; knippen; kort knippen; kort maken; korten; op tafel leggen; opperen; opwerpen; prikken; snerpen; snijden; snijwerk maken; steken; steken geven; te berde brengen; ter sprake brengen
decrease afnemen; beperken; dalen; declineren; inkrimpen; inperken; kleiner maken; krimpen; minder worden; minderen; reduceren; slinken; tanen; teruggaan; verkleinen; verkorten; verlagen; verminderen; vervallen
discount disconteren
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
cut gekuist; gesneden; zedig gemaakt

Related Words for "reductie":

  • reducties

Wiktionary Translations for reductie:

reductie
noun
  1. scheikundige herleiding, vermindering
reductie
Cross Translation:
FromToVia
reductie reduction; simplification; abatement; discount; rebate; curtailment; retrenchment; decrease; diminishment réductionaction de diminuer, de réduire ou de se réduire, résultat de cette action.