Summary
Dutch Synonyms:   more detail...
  1. afdrijven:


Dutch

Detailed Synonyms for afdrijven in Dutch

afdrijven:

afdrijven verb (drijf af, drijft af, dreef af, dreven af, afgedreven)

  1. afdrijven
    afdrijven; verlijeren; wraken
    • afdrijven verb (drijf af, drijft af, dreef af, dreven af, afgedreven)
    • verlijeren verb
    • wraken verb (wraak, wraakt, wraakte, wraakten, gewraakt)

Conjugations for afdrijven:

o.t.t.
  1. drijf af
  2. drijft af
  3. drijft af
  4. drijven af
  5. drijven af
  6. drijven af
o.v.t.
  1. dreef af
  2. dreef af
  3. dreef af
  4. dreven af
  5. dreven af
  6. dreven af
v.t.t.
  1. ben afgedreven
  2. bent afgedreven
  3. is afgedreven
  4. zijn afgedreven
  5. zijn afgedreven
  6. zijn afgedreven
v.v.t.
  1. was afgedreven
  2. was afgedreven
  3. was afgedreven
  4. waren afgedreven
  5. waren afgedreven
  6. waren afgedreven
o.t.t.t.
  1. zal afdrijven
  2. zult afdrijven
  3. zal afdrijven
  4. zullen afdrijven
  5. zullen afdrijven
  6. zullen afdrijven
o.v.t.t.
  1. zou afdrijven
  2. zou afdrijven
  3. zou afdrijven
  4. zouden afdrijven
  5. zouden afdrijven
  6. zouden afdrijven
diversen
  1. drijf af!
  2. drijft af!
  3. afgedreven
  4. afdrijvende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

afdrijven [znw.] noun

  1. afdrijven
    afdrijven; aborteren