Summary
English to Dutch: more detail...
-
accomplish:
- doen; uitvoeren; verrichten; handelen; uitrichten; completeren; voltooien; afronden; afmaken; beëindigen; afwerken; klaarmaken; volbrengen; volmaken; een einde maken aan; afkrijgen; klaarkrijgen; vervullen; functie bekleden; voor elkaar krijgen; bewerkstelligen; klaarspelen; bedingen; fixen; lappen; totstandbrengen; volvoeren
-
Wiktionary:
- accomplishment → prestatie, voltooiing, uitvoering
- accomplishment → inlossing, naleving, uitvoering, vervulling, voltrekking, bedrevenheid, handigheid, vaardigheid, vlugheid, slag, arbeid, emplooi, werk, karwei, prestatie
- accomplish → volbrengen, voltrekken
- accomplish → effectueren, bereiken, slagen, resulteren, uitkomen, volgen, voortkomen, voortspruiten, voortvloeien, belenden, grenzen aan, besturen, brengen, leiden, geleiden, voeren, uitgaan, uitlopen, uitstappen, uitstijgen, uittreden, behalen, inhalen, reiken tot, leiden tot, uitdraaien op, uitlopen op, nakomen, naleven, uitvoeren, verrichten, vervullen, voltrekken, halen, inslaan, raken, teisteren, treffen, klaren, volbrengen, voltooien, doorkomen, klaarspelen, slagen voor, bewerkstelligen, realiseren, verwerkelijken, doorvoeren, tot stand brengen, verwezenlijken
English
Detailed Translations for accomplishment from English to Dutch
accomplishment:
Translation Matrix for accomplishment:
Noun | Related Translations | Other Translations |
- | achievement; acquirement; acquisition; attainment; skill |
Synonyms for "accomplishment":
Related Definitions for "accomplishment":
Wiktionary Translations for accomplishment:
accomplishment
Cross Translation:
noun
accomplishment
-
that which completes
- accomplishment → prestatie
-
the act of accomplishing
- accomplishment → voltooiing
noun
-
resultaat van een actie (die vaak met enige moeite gepaard gaat)
-
het in de praktijk brengen van iets
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• accomplishment | → inlossing; naleving; uitvoering; vervulling; voltrekking | ↔ accomplissement — action d’accomplir ou résultat de cette action. |
• accomplishment | → bedrevenheid; handigheid; vaardigheid; vlugheid; slag | ↔ habileté — facilité, disposition, qualité qui rend propre à faire certaines choses, à réussir dans certaines actions, en particulier en utilisant ses mains. |
• accomplishment | → arbeid; emplooi; werk; karwei; prestatie | ↔ ouvrage — Travail : Action de travailler, ce qui est produit par l’ouvrier ou résultat d’un travail (Sens général) |
accomplish:
-
to accomplish (do; act)
-
to accomplish (complete; finish; bring to an end; end; get ready; get done)
completeren; voltooien; afronden; afmaken; beëindigen; afwerken; klaarmaken; volbrengen; volmaken; een einde maken aan; afkrijgen; klaarkrijgen-
een einde maken aan verb (maak een einde aan, maakt een einde aan, maakte een einde aan, maakten een einde aan, een einde gemaakt aan)
-
to accomplish (occupy a position; fulfil; honor; honour; fulfill)
-
to accomplish (succeed)
voor elkaar krijgen; bewerkstelligen; klaarspelen; bedingen; fixen; lappen-
voor elkaar krijgen verb
-
bewerkstelligen verb (bewerkstellig, bewerkstelligt, bewerkstelligde, bewerkstelligden, bewerkstelligd)
-
fixen verb
-
-
to accomplish (achieve; bring about; attain)
– to gain with effort 1totstandbrengen-
totstandbrengen verb (breng totstand, brengt totstand, bracht totstand, brachten totstand, totstandgebracht)
-
-
to accomplish (fulfil; perform; fulfill)
Conjugations for accomplish:
present
- accomplish
- accomplish
- accomplishes
- accomplish
- accomplish
- accomplish
simple past
- accomplished
- accomplished
- accomplished
- accomplished
- accomplished
- accomplished
present perfect
- have accomplished
- have accomplished
- has accomplished
- have accomplished
- have accomplished
- have accomplished
past continuous
- was accomplishing
- were accomplishing
- was accomplishing
- were accomplishing
- were accomplishing
- were accomplishing
future
- shall accomplish
- will accomplish
- will accomplish
- shall accomplish
- will accomplish
- will accomplish
continuous present
- am accomplishing
- are accomplishing
- is accomplishing
- are accomplishing
- are accomplishing
- are accomplishing
subjunctive
- be accomplished
- be accomplished
- be accomplished
- be accomplished
- be accomplished
- be accomplished
diverse
- accomplish!
- let's accomplish!
- accomplished
- accomplishing
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Translation Matrix for accomplish:
Related Words for "accomplish":
Synonyms for "accomplish":
Related Definitions for "accomplish":
Wiktionary Translations for accomplish:
accomplish
Cross Translation:
verb
accomplish
-
to bring to an issue of full success; to effect; to perform
- accomplish → volbrengen
-
to finish successfully
- accomplish → volbrengen
verb
-
geheel uitvoeren
-
ten uitvoer brengen
Cross Translation: