Summary
English to Dutch: more detail...
-
language use:
-
Wiktionary:
language use → spraakgebruik, taalgebruik
-
Wiktionary:
English
Detailed Translations for language use from English to Dutch
language use: (*Using Word and Sentence Splitter)
- language: taal; spraak; computertaal
- use: gebruiken; toepassen; benutten; aanwenden; aangrijpen; toepassing; gebruik; inzet; aanwending; hanteren; gebruik maken van; verbruik; consumptie; behandeling; hantering; bezigen; utiliseren; doel; zin; waarde; nut; verbruiken; consumeren; nuttigheid; opmaken; doorjagen; gebruikmaken
Wiktionary Translations for language use:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• language use | → spraakgebruik; taalgebruik | ↔ Sprachgebrauch — Linguistik: Anwendung der Sprache in Äußerungen |
• language use | → spraakgebruik; taalgebruik | ↔ Sprachverwendung — Linguistik: Anwendung der Sprache in Äußerungen |