Summary
English to Dutch: more detail...
-
make pass:
The word make pass exists in our database, but we currently do not have a translation from English to Dutch.-
Synonyms for "make pass":
pass
-
Synonyms for "make pass":
English
Detailed Translations for make pass from English to Dutch
make pass: (*Using Word and Sentence Splitter)
- make: maken; scheppen; in het leven roepen; merk; maak; produceren; vervaardigen; voortbrengen; fabriceren; veranderen; wijzigen; afwisselen; herzien; verwisselen; makelij
- pass: inhalen; passeren; voorbijgaan; voorbijrijden; verlopen; vervallen; aflopen; vergaan; verstrijken; voorkomen; gebeuren; zich voordoen; plaats hebben; aankomen; bezoeken; langskomen; langsgaan; voorbijkomen; op visite gaan; iemand opzoeken; geven; aangeven; afgeven; overgeven; overhandigen; aanreiken; toesteken; aanbieden; besteden; doorbrengen; slijten; reiken; gaan; zich begeven; pasje; paspoort; pas; bergpas; kaart; ticket; kaartje; toegangsbewijs; plaatsbewijs; entreebiljet; slagen voor
- passé: passé
make pass:
Translation Matrix for make pass:
Verb | Related Translations | Other Translations |
- | pass |
Synonyms for "make pass":
Related Definitions for "make pass":
External Machine Translations: