Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. 'n aframmeling geven:


Dutch

Detailed Translations for 'n aframmeling geven from Dutch to German

'n aframmeling geven:

'n aframmeling geven verb

  1. 'n aframmeling geven (in elkaar rammen; afrossen; in elkaar timmeren; aframmelen)
    verprügeln; zusammenschlagen; durchprügeln
    • verprügeln verb (verprügele, verprügelst, verprügelt, verprügelte, verprügeltet, verprügelt)
    • zusammenschlagen verb (schlage zusammen, schlägt zusammen, schlug zusammen, schlugt zusammen, zusammengeschlagen)
    • durchprügeln verb (prügele durch, prügelst durch, prügelt durch, prügelte durch, prügeltet durch, durchprügelt)

Translation Matrix for 'n aframmeling geven:

VerbRelated TranslationsOther Translations
durchprügeln 'n aframmeling geven; aframmelen; afrossen; in elkaar rammen; in elkaar timmeren aframmelen; afranselen; afrossen; aftuigen; in elkaar timmeren; toetakelen
verprügeln 'n aframmeling geven; aframmelen; afrossen; in elkaar rammen; in elkaar timmeren aframmelen; afranselen; afrossen; aftuigen; in elkaar slaan; in elkaar timmeren; toetakelen
zusammenschlagen 'n aframmeling geven; aframmelen; afrossen; in elkaar rammen; in elkaar timmeren aframmelen; afranselen; afrossen; aftuigen; in elkaar timmeren; ineenslaan; ineentimmeren; tegen elkaar slaan; timmerend in elkaar zetten; toetakelen

Related Translations for 'n aframmeling geven