Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. beweeglijk:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for beweeglijk from Dutch to German

beweeglijk:

beweeglijk adj

  1. beweeglijk (dynamisch; actief; energiek; levendig)

Translation Matrix for beweeglijk:

AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
aktiv actief; beweeglijk; dynamisch; energiek; levendig actief; bedrijvig; bezig; druk
ModifierRelated TranslationsOther Translations
beweglich actief; beweeglijk; dynamisch; energiek; levendig beweegbaar; los; mobiel; roerend; verplaatsbaar; verzetbaar
lebendig actief; beweeglijk; dynamisch; energiek; levendig alert; bezet; druk; drukbezet; drukpratend; energiek; geagiteerd; geanimeerd; levendig; oplettend; uitgeslapen; verhit; vief; vol fut; wakker
lebhaft actief; beweeglijk; dynamisch; energiek; levendig ad rem; alert; bezet; blij; blijmoedig; dartel; druk; drukbezet; drukpratend; energiek; geagiteerd; geanimeerd; goedgehumeurd; goedgeluimd; levendig; levenslustig; monter; opgetogen; opgewekt; oplettend; slagvaardig; tierig; uitgeslapen; verhit; vief; vol fut; vrolijk; wakker; welgemoed; welgestemd
munter actief; beweeglijk; dynamisch; energiek; levendig alert; bezet; blij; blijgeestig; blijgestemd; blijmoedig; dartel; druk; drukbezet; drukpratend; energiek; fideel; fleurig; geagiteerd; geanimeerd; geestig; goed geluimd; goedgehumeurd; goedgeluimd; hooggekleurd; jolig; kleurig; kwiek; levendig; levenslustig; lustig; monter; opgeruimd; opgetogen; opgewekt; oplettend; speels; tierig; uitgelaten; uitgeslapen; verblijd; verheugd; verhit; vief; vol fut; vrolijk; wakker; welgemoed; welgestemd; zonnig
quick actief; beweeglijk; dynamisch; energiek; levendig ad rem; alert; bezet; druk; drukbezet; drukpratend; geagiteerd; geanimeerd; levendig; oplettend; slagvaardig; uitgeslapen; verhit; wakker

Related Words for "beweeglijk":

  • beweeglijkheid, beweeglijker, beweeglijkere, beweeglijkst, beweeglijkste, beweeglijke

Wiktionary Translations for beweeglijk:

beweeglijk
adjective
  1. von lebhafter, unruhiger Aktivität bestimmt
  2. in der Lage, sich zu bewegen[1] oder bewegt[1] zu werden

Cross Translation:
FromToVia
beweeglijk wendig; agil; behände agile — having the faculty of quick motion in the limbs
beweeglijk mobil; beweglich mobile — capable of being moved
beweeglijk veränderlich; beweglich; mobil mobile — Qui se meut ou qui peut être mû, qui n’est pas fixe. (Sens général).

External Machine Translations: