Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. doodbloeden:


Dutch

Detailed Translations for doodbloeden from Dutch to German

doodbloeden:

doodbloeden verb (bloed dood, bloedt dood, bloedde dood, bloedden dood, doodgebloed)

  1. doodbloeden
    verbluten
    • verbluten verb (verblute, verblutest, verblutet, verblutete, verblutetet, verblutet)

Conjugations for doodbloeden:

o.t.t.
  1. bloed dood
  2. bloedt dood
  3. bloedt dood
  4. bloeden dood
  5. bloeden dood
  6. bloeden dood
o.v.t.
  1. bloedde dood
  2. bloedde dood
  3. bloedde dood
  4. bloedden dood
  5. bloedden dood
  6. bloedden dood
v.t.t.
  1. ben doodgebloed
  2. bent doodgebloed
  3. is doodgebloed
  4. zijn doodgebloed
  5. zijn doodgebloed
  6. zijn doodgebloed
v.v.t.
  1. was doodgebloed
  2. was doodgebloed
  3. was doodgebloed
  4. waren doodgebloed
  5. waren doodgebloed
  6. waren doodgebloed
o.t.t.t.
  1. zal doodbloeden
  2. zult doodbloeden
  3. zal doodbloeden
  4. zullen doodbloeden
  5. zullen doodbloeden
  6. zullen doodbloeden
o.v.t.t.
  1. zou doodbloeden
  2. zou doodbloeden
  3. zou doodbloeden
  4. zouden doodbloeden
  5. zouden doodbloeden
  6. zouden doodbloeden
diversen
  1. bloed dood!
  2. bloedt dood!
  3. doodgebloed
  4. doodbloedend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for doodbloeden:

VerbRelated TranslationsOther Translations
verbluten doodbloeden