Summary
Dutch
Detailed Translations for poets from Dutch to German
poets:
-
de poets (streek)
Translation Matrix for poets:
Related Words for "poets":
poets form of poet:
Translation Matrix for poet:
Noun | Related Translations | Other Translations |
Beute | poet | buit; prooi; prooidier; vangst |
Sore | poet |
Related Words for "poet":
poets form of poetsen:
Conjugations for poetsen:
o.t.t.
- poets
- poetst
- poetst
- poetsen
- poetsen
- poetsen
o.v.t.
- poetste
- poetste
- poetste
- poetsten
- poetsten
- poetsten
v.t.t.
- heb gepoetst
- hebt gepoetst
- heeft gepoetst
- hebben gepoetst
- hebben gepoetst
- hebben gepoetst
v.v.t.
- had gepoetst
- had gepoetst
- had gepoetst
- hadden gepoetst
- hadden gepoetst
- hadden gepoetst
o.t.t.t.
- zal poetsen
- zult poetsen
- zal poetsen
- zullen poetsen
- zullen poetsen
- zullen poetsen
o.v.t.t.
- zou poetsen
- zou poetsen
- zou poetsen
- zouden poetsen
- zouden poetsen
- zouden poetsen
en verder
- is gepoetst
- zijn gepoetst
diversen
- poets!
- poetst!
- gepoetst
- poetsend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for poetsen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
aufpolieren | opblinken; oppoetsen; opwrijven; poetsen; wrijven | aandrijven; aansporen; gladmaken; gladwrijven; opkalefateren; opknappen; opkrikken; oplappen; opschikken; opsieren; opsmukken; optuigen; opvijzelen; opwekken; polijsten; prikkelen; stimuleren; tooien; verfraaien; verluchten; zich mooi maken |
aufputzen | opblinken; oppoetsen; opwrijven; poetsen; wrijven | opdirken; opdoffen; opschikken; opsieren; opsmukken; optooien; optuigen; optutten; tooien; uitdossen; verfraaien; verluchten; zich mooi maken; zich uitdossen; zich uitmonsteren |
polieren | opblinken; oppoetsen; opwrijven; poetsen; wrijven | effenen; egaliseren; gelijkmaken; gladmaken; gladwrijven; polijsten; politoeren |
Related Words for "poetsen":
Related Definitions for "poetsen":
Wiktionary Translations for poetsen:
poetsen
Cross Translation:
verb
-
door middel van wrijven zaken schoner maken
- poetsen → putzen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• poetsen | → reinigen; säubern; putzen | ↔ clean — (transitive) to remove dirt from a place or object |
• poetsen | → putzen; säubern; reinigen | ↔ clean — (intransitive) to make things clean |
• poetsen | → polieren | ↔ polish — make a surface smooth or shiny |
• poetsen | → putzen; polieren; wichsen; Wichse | ↔ cirer — Enduire de cirage une chaussure pour la faire briller. |