Dutch

Detailed Translations for naarstig from Dutch to English

naarstig:

naarstig adj

  1. naarstig (verwoed)

Translation Matrix for naarstig:

NounRelated TranslationsOther Translations
mad achterlijke; gek; geschifte; idioot; waanzinnige; zwakzinnige
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
assiduous naarstig; verwoed bedreven; noest; onvermoeibaar; toegewijd
diligent naarstig; verwoed arbeidzaam; bedreven; noest; onvermoeibaar; toegewijd
furious naarstig; verwoed bitter; boos; dol; furieus; giftig; heftig; hels; kwaad; laaiend; nijdig; onbeheerst; onstuimig; razend; tierend; woedend; woest; zeer boos
industrious naarstig; verwoed actief; arbeidend; arbeidzaam; bedreven; bedrijvig; bezig; druk; ijverig; nijver; noest; onvermoeibaar; vlijtig; werkend; werkzaam
mad naarstig; verwoed achterlijk; boos; dol; dwaas; eigenaardig; furieus; geestesziek; gek; geschift; gestoord; hels; idioot; idioterig; krankjorum; krankzinnig; kwaad; laaiend; maf; mal; mesjogge; niet goed snik; nijdig; razend; stupide; tierend; typisch; vreemd; waanzinnig; woedend; woest; zot
sedulous naarstig; verwoed

Related Words for "naarstig":


Wiktionary Translations for naarstig: