Summary
Dutch
Detailed Translations for toorn from Dutch to English
toorn:
-
de toorn (razernij; woede; giftigheid; kwaadheid)
Translation Matrix for toorn:
Noun | Related Translations | Other Translations |
anger | giftigheid; kwaadheid; razernij; toorn; woede | boosheid; gramschap; verbolgenheid |
fury | giftigheid; kwaadheid; razernij; toorn; woede | dolheid; furie; razernij; verbolgenheid |
rage | giftigheid; kwaadheid; razernij; toorn; woede | dolheid; furie; manie; pathologische opgewondenheid; rage; razernij; verbolgenheid |
wrath | giftigheid; kwaadheid; razernij; toorn; woede | boosheid; gramschap; verbolgenheid |
Verb | Related Translations | Other Translations |
anger | ergeren; irriteren; op de zenuwen werken; verstoren; vertoornen; vervelen | |
rage | blaffen; brullen; bulderen; daveren; donderen; fulmineren; ketteren; razen; schreeuwen; te keer gaan; tekeergaan; tieren; uit de slof schieten; uitvaren; vuilbekken; woeden |