Summary
Dutch to English: more detail...
- stemmen:
- stem:
-
Wiktionary:
- stemmen → vote, tune, afinar, humor, ballot
- stemmen → tune, vote, bring into agreement, reconcile, bring into accord, grant, attune, have available, have at one’s disposal, arrange, fix up, array, regulate, regularize, settle, adjust, put in order, tidy, categorize, collate, order, sort, conduct, direct, guide, head, lead, drive, show the way, poll, ballot
- stem → voice, organ stop, register, vote
- stem → vocal
- stem → voice
- stem → voice, vote
Dutch
Detailed Translations for stemmen from Dutch to English
stemmen:
-
het stemmen (een stem uitbrengen; kiezen)
Translation Matrix for stemmen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
vote | een stem uitbrengen; kiezen; stemmen | keuze; kiesstem; stem; stemming; waarvoor gestemd wordt |
Verb | Related Translations | Other Translations |
vote | kiezen; stemmen; zijn stem uitbrengen |
Related Words for "stemmen":
Related Definitions for "stemmen":
Wiktionary Translations for stemmen:
stemmen
Cross Translation:
verb
stemmen
verb
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• stemmen | → tune | ↔ stimmen — die Tonlage (Stimmlage) eines Instrumentes verändern |
• stemmen | → vote | ↔ stimmen — an einer Wahl bzw. einer Abstimmung aktiv teilnehmen (sie beeinflussen) |
• stemmen | → bring into agreement; reconcile; bring into accord; grant | ↔ accorder — mettre d’accord. |
• stemmen | → tune; attune; have available; have at one’s disposal; arrange; fix up; array | ↔ disposer — arranger, mettre dans l’ordre le plus convenable. |
• stemmen | → tune; attune; regulate; regularize; settle; adjust; arrange; put in order; tidy; categorize; collate; order; sort; conduct; direct; guide; head; lead; drive; show the way | ↔ régler — tirer avec la règle des lignes droites sur du papier, du parchemin, du carton, etc. cf|papier réglé. |
• stemmen | → vote; poll; ballot | ↔ élire — Choisir entre plusieurs personnes ou plusieurs choses. (Sens général). |
stemmen form of stem:
-
de stem (kiesstem)
-
de stem
– geluid dat je maakt met je stembanden 1
Translation Matrix for stem:
Noun | Related Translations | Other Translations |
voice | stem | stemgeluid |
vote | kiesstem; stem | een stem uitbrengen; keuze; kiezen; stemmen; stemming; waarvoor gestemd wordt |
Verb | Related Translations | Other Translations |
voice | formuleren; verbaliseren; verwoorden | |
vote | kiezen; stemmen; zijn stem uitbrengen |
Related Words for "stem":
Related Definitions for "stem":
Wiktionary Translations for stem:
stem
Cross Translation:
noun
stem
-
het geluid dat door het trillen van de menslijke stembanden wordt geproduceerd
- stem → voice
-
het geluid dat een mens bij het spreken voortbrengt
- stem → voice
-
het geluid dat een mens bij het zingen voortbrengt
- stem → voice
-
een orgelregister
- stem → organ stop; register
-
een keuze gemaakt door een stemmer (kiezer) bij een stemming (verkiezing)
- stem → vote
adjective
noun
verb
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• stem | → voice | ↔ Stimme — ein mit dem Kehlkopf erzeugter Laut, um sich zu verständigen bzw. sich verständlich zu machen |
• stem | → voice | ↔ Stimme — Musik: Tonlage eines Sängers oder Instruments |
• stem | → voice | ↔ Stimme — Fähigkeit zu Reden und zu Singen |
• stem | → vote | ↔ Stimme — Votum bei Beratungen, Konsens- oder Mehrheitsfindungen |
English
Detailed Translations for stemmen from English to Dutch
stemmen: (*Using Word and Sentence Splitter)
- stem: stam; steel; stamvorm; etymon; handvat in de vorm van stok; tegenhouden; ophouden; remmen; stopzetten; halt houden; tot staan brengen; boeg; steven; voorsteven; antenne; spriet; voelspriet; voelhoren; tegenwerken; dwarsbomen; dwarsliggen; stamwoord; halm
- men: mannen; manvolk
- man: man; gast; kerel; vent; gozer; knul; knakker; manspersoon; persoon; iemand; mens; wezen; individu; mensenkind; bemannen; goser; schijf; butler; kamerbediende; damschijf; kamerdienaar; herenknecht