Summary
Dutch to English: more detail...
- houw:
- houwen:
-
Wiktionary:
- houw → gash
- houw → scar, battle, blow, hit, strike, whack, stroke, scuffle, struggle, action, fight, clash, combat, fray, knock, smack, move, turn
- houwen → hew
- houwen → cut down, fell a tree, chop down, applaud, bang, beat, break, clap, coin, cream, fan, fly, hammer, hit, palpitate, pound, retreat, scour, scuffle, slam, strike, thrash, thresh, throb, wallop, shuffle, whip, whisk, catch, run across, swat, attain, encounter, find, score, run up against, knock, smack, stub, chop, cut, hack, hew, crash into, crash, shock, appal, horrify, slice, trim, carve, chisel, whittle, facet, cut off, grave
Dutch
Detailed Translations for houw from Dutch to English
houw:
-
de houw (slag met een scherp werktuig; hak)
Translation Matrix for houw:
Noun | Related Translations | Other Translations |
gash | hak; houw; slag met een scherp werktuig | barst; gat; groef; houwen; inkeping; inkerving; insnijding; jaap; japen; keep; kerf; kloof; opening; reet; scheur; snede; sneden; snee; split; uitsparing |
slash | hak; houw; slag met een scherp werktuig | inkeping; inkerving; insnijding; jaap; keep; kerf; slash; snede; snee; split |
Verb | Related Translations | Other Translations |
slash | in hout schrijven; kerven |
Related Words for "houw":
Wiktionary Translations for houw:
houw
Cross Translation:
noun
-
een slag met een scherp voorwerp
- houw → gash
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• houw | → scar | ↔ balafre — Longue entaille, plaie faite particulièrement au visage. |
• houw | → battle; blow; hit; strike; whack; stroke; scuffle; struggle; action; fight; clash; combat; fray | ↔ bataille — guerre|fr combat général entre deux armées. |
• houw | → hit; strike; knock; blow; smack; stroke; whack; move; turn | ↔ coup — impression que fait un corps sur un autre en le frappant. |
houwen:
-
houwen (bomen kappen; kappen; hakken; vellen; omhakken)
Conjugations for houwen:
o.t.t.
- houw
- houwt
- houwt
- houwen
- houwen
- houwen
o.v.t.
- houwde
- houwde
- houwde
- houwden
- houwden
- houwden
v.t.t.
- heb gehouwd
- hebt gehouwd
- heeft gehouwd
- hebben gehouwd
- hebben gehouwd
- hebben gehouwd
v.v.t.
- had gehouwd
- had gehouwd
- had gehouwd
- hadden gehouwd
- hadden gehouwd
- hadden gehouwd
o.t.t.t.
- zal houwen
- zult houwen
- zal houwen
- zullen houwen
- zullen houwen
- zullen houwen
o.v.t.t.
- zou houwen
- zou houwen
- zou houwen
- zouden houwen
- zouden houwen
- zouden houwen
en verder
- is gehouwd
- zijn gehouwd
diversen
- houw!
- houwt!
- gehouwd
- houwend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for houwen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
chop down | kappen; omhakken; vellen | |
gash | houwen | barst; gat; groef; hak; houw; inkeping; inkerving; insnijding; jaap; japen; keep; kerf; kloof; opening; reet; scheur; slag met een scherp werktuig; snede; sneden; snee; split; uitsparing |
Verb | Related Translations | Other Translations |
chop down | bomen kappen; hakken; houwen; kappen; omhakken; vellen | |
cut down | bomen kappen; hakken; houwen; kappen; omhakken; vellen | bekorten; besparen; bezuinigen; korten; lossnijden; matigen; omhouwen |
fell | bomen kappen; hakken; houwen; kappen; omhakken; vellen | |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
cut down | beknopt; bekort |
Related Words for "houwen":
Wiktionary Translations for houwen:
houwen
Cross Translation:
verb
houwen
-
iets met een scherp werktuig trachten af te hakken
- houwen → hew
Cross Translation: