Summary
Dutch to English: more detail...
- lust:
- lusten:
-
Wiktionary:
- lust → desire, lust, sexual pleasure, disposal, inclination, passion, tendency, want, wish
- lust → covetousness, covetise, lust, desire, want, wish, passion, congratulation, ambition, aspiration, sexual pleasure
- lusten → lust, like, covet
English to Dutch: more detail...
- lust:
-
Wiktionary:
- lust → lusten, smachten, begeren
- lust → begeerte, lust, verlangen, plezier, wellust, hartstocht, verwoedheid
- lust → snakken, hebzucht, inhalerigheid, lust, passie, verslaving, verwoedheid, hartstocht, roes, geilheid, wellust
Dutch
Detailed Translations for lust from Dutch to English
lust:
-
de lust (genot; drift; genoegen; wellust)
-
de lust (heftig verlangen; begeerte)
-
de lust (eetlust; zin; trek)
-
de lust (plezier; genoegen; pret; genot; leut; jool)
-
de lust (seksuele begeerte; drift)
-
de lust (verlangen; wensen; smachten; zucht; begeren)
-
de lust (geilheid; opgewondenheid; hitsigheid; zin)
Translation Matrix for lust:
Related Words for "lust":
Wiktionary Translations for lust:
lust
Cross Translation:
noun
lust
-
seksueel verlangen
- lust → desire; lust; sexual pleasure
-
behoefte of verlangen iets te doen
-
plezier, genot
- lust → disposal; inclination; passion; want; wish
noun
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• lust | → covetousness; covetise; lust | ↔ convoitise — désir immodéré, dérégler. |
• lust | → desire; want; wish | ↔ désir — Traductions à trier suivant le sens |
• lust | → passion; lust | ↔ passion — désuet|fr Grandes douleurs, souffrance. |
• lust | → desire; want; wish; congratulation; ambition; aspiration | ↔ souhait — vœu, désir qu’une chose accomplir. |
• lust | → lust; sexual pleasure | ↔ volupté — plaisir des sens. |
lusten:
-
lusten (houden van; lekker vinden)
Conjugations for lusten:
o.t.t.
- lust
- lust
- lust
- lusten
- lusten
- lusten
o.v.t.
- lustte
- lustte
- lustte
- lustten
- lustten
- lustten
v.t.t.
- heb gelust
- hebt gelust
- heeft gelust
- hebben gelust
- hebben gelust
- hebben gelust
v.v.t.
- had gelust
- had gelust
- had gelust
- hadden gelust
- hadden gelust
- hadden gelust
o.t.t.t.
- zal lusten
- zult lusten
- zal lusten
- zullen lusten
- zullen lusten
- zullen lusten
o.v.t.t.
- zou lusten
- zou lusten
- zou lusten
- zouden lusten
- zouden lusten
- zouden lusten
diversen
- lust!
- lust!
- gelust
- lustend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
de lusten (genietingen)
-
de lusten (wellusten)
Translation Matrix for lusten:
Noun | Related Translations | Other Translations |
fancy | bui; gril; keuze; kuur; luim; nuk; smaak; voorkeur; voorliefde | |
lecheries | lusten; wellusten | |
lusts | genietingen; lusten; wellusten | |
sensualities | lusten; wellusten | |
voluptuousnesses | lusten; wellusten | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
be fond of | houden van; lekker vinden; lusten | beminnen; houden van; liefhebben |
fancy | houden van; lekker vinden; lusten | aanstaan; believen; goeddunken; visualiseren |
have a taste for | houden van; lekker vinden; lusten | |
like | houden van; lekker vinden; lusten | aanstaan; amuseren; believen; bevallen; conveniëren; genieten; genot hebben van; goeddunken; prettig vinden |
Adjective | Related Translations | Other Translations |
like | dergelijk; dergelijke; dusdanig; evenzo; in overeenstemming met; naar; net zo; zo een; zo'n; zoals; zodanig; zoiets; zowel als; zulk; zulke |
Related Words for "lusten":
Wiktionary Translations for lusten:
lusten
verb
-
strongly desire
-
crave sexual contact
-
enjoy
-
to have or indulge inordinate desire
English
Detailed Translations for lust from English to Dutch
lust:
Translation Matrix for lust:
Related Words for "lust":
Synonyms for "lust":
Related Definitions for "lust":
Wiktionary Translations for lust:
lust
Cross Translation:
verb
lust
-
strongly desire
-
crave sexual contact
noun
-
sterke drang van de zinnelijke natuur
-
seksueel verlangen
-
het verwoed zijn, de energieke hartstocht
- verwoedheid → amuck; lust; passion
-
zingenot, seksueel genot
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• lust | → snakken | ↔ lechzen — gehoben, mit der Präposition nach: heftig nach etwas verlangen, das dringend benötigen wird |
• lust | → hebzucht; inhalerigheid; lust | ↔ convoitise — désir immodéré, dérégler. |
• lust | → passie; verslaving; verwoedheid; hartstocht; lust; roes | ↔ passion — désuet|fr Grandes douleurs, souffrance. |
• lust | → geilheid; lust; wellust | ↔ volupté — plaisir des sens. |