Summary
Dutch to English: more detail...
- opzetten:
- opzet:
-
Wiktionary:
- opzetten → install, put on, set up
- opzetten → deploy, spread out, roll out, swell, swell up, bristle, incense, rile, get angry, tousle, excite, agitate, rouse, stir up, exasperate, work up, stir, arouse, pad, stuff, upholster
- opzet → layout, intention, purpose
- opzet → planning, strategy, scheduling, intention, resolution, purpose, design, diagram, scheme, plan, project, plane, ground plan
Dutch
Detailed Translations for opzetten from Dutch to English
opzetten:
-
opzetten (iemand opstoken; opjutten)
-
opzetten
-
opzetten (toenemen; groeien; stijgen; vermeerderen; groter worden; aanwinnen; aangroeien; aanzwellen; aanwassen; gedijen; de hoogte ingaan; omhooggaan)
Conjugations for opzetten:
o.t.t.
- zet op
- zet op
- zet op
- zetten op
- zetten op
- zetten op
o.v.t.
- zette op
- zette op
- zette op
- zetten op
- zetten op
- zetten op
v.t.t.
- heb opgezet
- hebt opgezet
- heeft opgezet
- hebben opgezet
- hebben opgezet
- hebben opgezet
v.v.t.
- had opgezet
- had opgezet
- had opgezet
- hadden opgezet
- hadden opgezet
- hadden opgezet
o.t.t.t.
- zal opzetten
- zult opzetten
- zal opzetten
- zullen opzetten
- zullen opzetten
- zullen opzetten
o.v.t.t.
- zou opzetten
- zou opzetten
- zou opzetten
- zouden opzetten
- zouden opzetten
- zouden opzetten
en verder
- is opgezet
- zijn opgezet
diversen
- zet op!
- zet op!
- opgezet
- opzettend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for opzetten:
Related Words for "opzetten":
Wiktionary Translations for opzetten:
opzetten
Cross Translation:
verb
-
set something up for use
-
to play recorded music
-
to ready something for use
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• opzetten | → deploy; spread out; roll out | ↔ déployer — étendre, développer ce qui ployer. |
• opzetten | → swell; swell up | ↔ gonfler — Enfler. |
• opzetten | → bristle; incense; rile; get angry; tousle; excite; agitate; rouse; stir up; exasperate; work up; stir; arouse | ↔ hérisser — dresser ses cheveux, ses poils, ses plumes, en parlant de l’homme et des animaux. |
• opzetten | → pad; stuff; upholster | ↔ rembourrer — garnir de bourre, de laine, de crin, etc. |
opzetten form of opzet:
Translation Matrix for opzet:
Related Words for "opzet":
Synonyms for "opzet":
Related Definitions for "opzet":
Wiktionary Translations for opzet:
opzet
Cross Translation:
noun
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• opzet | → planning; strategy; scheduling | ↔ Planung — durchdachter Vorgang der zu einer Zeichnung oder Beschreibung eines Vorhaben, im Ergebnis (dem Plan), führt. |
• opzet | → intention | ↔ Vorsatz — Rechtssprache: willentliche Herbeiführung eines Schadens, oder billigen Inkaufnahme eines Schadens, bzw. willentliche Missachtung der Rechtsvorschriften (kein Plural) |
• opzet | → resolution | ↔ Vorsatz — meist Plural: etwas das man sich vornehmen hat |
• opzet | → intention | ↔ Absicht — Recht: besondere Form des Vorsatzes im Strafrecht, die sich dadurch auszeichnet, dass es dem Täter auf den Erfolg ankommt |
• opzet | → purpose; intention | ↔ Absicht — Grund für eine Handlung |
• opzet | → purpose; intention | ↔ Absicht — geplante noch nicht abgeschlossene Handlung |
• opzet | → design; diagram; scheme; intention | ↔ plan — À classer |
• opzet | → plan; project; scheme; design; diagram; plane; ground plan | ↔ projet — dessein, idée de ce qu’on penser réaliser, conception des moyens qu’on croire utiles pour exécuter ce qu’on médite. |