Dutch
Detailed Translations for schop from Dutch to English
schop:
-
de schop (voetbeweging; trap)
Translation Matrix for schop:
Noun | Related Translations | Other Translations |
boot | schop; trap; voetbeweging | achterbak; bagageruimte; koffer; kofferbak; kofferruimte; laars; schoppen |
kick | schop; trap; voetbeweging | schoppen; terugslag; terugstoot |
kicking | schop; trap; voetbeweging | geschop; getrap; schoppen |
scoop | schep; schop; spade | aker; primeur; schepemmer; scheplepel; schepper |
shovel | schep; schop; spade | |
spade | schep; schop; spade | |
trowel | schep; schop; spade | troffel |
Verb | Related Translations | Other Translations |
boot | in werking stellen; opstarten; trappen | |
kick | schoppen; trappen; trappen geven |
Related Words for "schop":
Wiktionary Translations for schop:
schop
Cross Translation:
noun
schop
-
een trap met de voet
- schop → kick
noun
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• schop | → spade | ↔ bêche — Outil |
• schop | → hit; strike; knock; blow; smack; stroke; whack; move; turn | ↔ coup — impression que fait un corps sur un autre en le frappant. |
• schop | → kick | ↔ coup de pied — Coup donné avec le pied |
• schop | → shovel | ↔ pelle — Outil constitué d’une plaque mince, muni d’un manche, utilisé pour déplacer de la terre, du sable (1) |
schop form of schoppen:
-
schoppen (trappen geven; trappen)
– er een harde stoot met je voet tegen geven 3 -
schoppen
– er een harde stoot met je voet tegen geven 3
Conjugations for schoppen:
o.t.t.
- schop
- schopt
- schopt
- schoppen
- schoppen
- schoppen
o.v.t.
- schopte
- schopte
- schopte
- schopten
- schopten
- schopten
v.t.t.
- heb geschopt
- hebt geschopt
- heeft geschopt
- hebben geschopt
- hebben geschopt
- hebben geschopt
v.v.t.
- had geschopt
- had geschopt
- had geschopt
- hadden geschopt
- hadden geschopt
- hadden geschopt
o.t.t.t.
- zal schoppen
- zult schoppen
- zal schoppen
- zullen schoppen
- zullen schoppen
- zullen schoppen
o.v.t.t.
- zou schoppen
- zou schoppen
- zou schoppen
- zouden schoppen
- zouden schoppen
- zouden schoppen
en verder
- ben geschopt
- bent geschopt
- is geschopt
- zijn geschopt
- zijn geschopt
- zijn geschopt
diversen
- schop!
- schopt!
- geschopt
- schoppend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
de schoppen (spades; scheppen)
-
de schoppen (schoppenmotief)
the spades-pattern
Translation Matrix for schoppen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
boot | schoppen | achterbak; bagageruimte; koffer; kofferbak; kofferruimte; laars; schop; trap; voetbeweging |
kick | schoppen | schop; terugslag; terugstoot; trap; voetbeweging |
kicking | schoppen | geschop; getrap; schop; trap; voetbeweging |
spades | scheppen; schoppen; spades | |
spades-pattern | schoppen; schoppenmotief | |
step | autoped; opstap; pas; schrede; stap; step; traptrede; tred; trede; tree | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
boot | in werking stellen; opstarten; trappen | |
kick | schoppen; trappen; trappen geven | |
step | schoppen; trappen; trappen geven | lopen; trappen; treden |
Related Words for "schoppen":
Synonyms for "schoppen":
Related Definitions for "schoppen":
Wiktionary Translations for schoppen:
schoppen
Cross Translation:
verb
schoppen
-
een trap geven
- schoppen → kick
verb
-
strike with or raise the foot or leg
-
kick
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• schoppen | → spade | ↔ Pik — Farbe im französischen Kartenblatt mit einem schwarzen Lindenblatt als Symbol |
• schoppen | → tread | ↔ treten — Hilfsverb haben: ein Pedalfahrzeug mit den Füßen antreiben |
• schoppen | → kick | ↔ treten — Hilfsverb haben: mit dem Fuß oder Knie einen Hieb versetzen |
- 1WordNet 3.0 Copyright 2006 by Princeton University
- 2Copyright 2001-2012 Interglot
- 3Muiswerk Woordenboek