Summary
Dutch to Spanish: more detail...
- afkomen:
-
Wiktionary:
- afkomen → acercarse a, acudir a, arrojarse sobre, deshacerse de, abandonar, dejar, descender, bajar
- afkomen → librarse, presentarse
Dutch
Detailed Translations for afkomen from Dutch to Spanish
afkomen:
-
afkomen
acabarse; posarse; terminarse; formalizarse-
acabarse verb
-
posarse verb
-
terminarse verb
-
formalizarse verb
-
Conjugations for afkomen:
o.t.t.
- kom af
- komt af
- komt af
- komen af
- komen af
- komen af
o.v.t.
- kwam af
- kwam af
- kwam af
- kwamen af
- kwamen af
- kwamen af
v.t.t.
- ben afgekomen
- bent afgekomen
- is afgekomen
- zijn afgekomen
- zijn afgekomen
- zijn afgekomen
v.v.t.
- was afgekomen
- was afgekomen
- was afgekomen
- waren afgekomen
- waren afgekomen
- waren afgekomen
o.t.t.t.
- zal afkomen
- zult afkomen
- zal afkomen
- zullen afkomen
- zullen afkomen
- zullen afkomen
o.v.t.t.
- zou afkomen
- zou afkomen
- zou afkomen
- zouden afkomen
- zouden afkomen
- zouden afkomen
diversen
- kom af!
- komt af!
- afgekomen
- afkomende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for afkomen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
acabarse | afkomen | uitraken |
formalizarse | afkomen | |
posarse | afkomen | |
terminarse | afkomen | aflopen; eindigen; opraken; teneindelopen |
Related Definitions for "afkomen":
Wiktionary Translations for afkomen:
afkomen
Cross Translation:
verb
-
benaderen
- afkomen → acercarse a; acudir a; arrojarse sobre
-
kwijtraken
- afkomen → deshacerse de; abandonar; dejar
-
afstammen
- afkomen → descender
-
naar beneden komen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• afkomen | → librarse | ↔ get off — To incur mild consequences |
• afkomen | → presentarse | ↔ report — military: to appear or present oneself |