Dutch

Detailed Translations for dwaasheden from Dutch to Spanish

dwaasheden:


dwaasheid:

dwaasheid [de ~ (v)] noun

  1. de dwaasheid (ongerijmdheid; absurditeit; onzinnigheid; idioterie; onverstand)
    la incongruencia; la necedad; la irracionalidad; la locura; la estupidez; la idiotez; la estulticia; la chaladura; la chifladura
  2. de dwaasheid (gekkigheid; gekte; gekheid; idioterie; zotheid)
    la broma; la rabia; la demencia; la enfermedad mental; la estupidez; el trastorno mental; la alienación mental; la perturbación mental

Translation Matrix for dwaasheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
alienación mental dwaasheid; gekheid; gekkigheid; gekte; idioterie; zotheid geestesziekte; verstandsverbijstering
broma dwaasheid; gekheid; gekkigheid; gekte; idioterie; zotheid aardigheid; dwaze vertoning; farce; gein; geintje; gekheid; grap; grapje; grappenmakerij; jolijt; keet; klucht; koddig verhaal; leukheid; leut; lol; lolletje; malheid; paalworm; plezier; pret; pretje; scherts; uiting van vrolijkheid
chaladura absurditeit; dwaasheid; idioterie; ongerijmdheid; onverstand; onzinnigheid
chifladura absurditeit; dwaasheid; idioterie; ongerijmdheid; onverstand; onzinnigheid geestesstoring; geestesziekte; waanzinnigheid
demencia dwaasheid; gekheid; gekkigheid; gekte; idioterie; zotheid geestesstoring; geestesziekte
enfermedad mental dwaasheid; gekheid; gekkigheid; gekte; idioterie; zotheid geestesstoring; geestesziekte; waanzinnigheid
estulticia absurditeit; dwaasheid; idioterie; ongerijmdheid; onverstand; onzinnigheid gekkenwerk
estupidez absurditeit; dwaasheid; gekheid; gekkigheid; gekte; idioterie; ongerijmdheid; onverstand; onzinnigheid; zotheid achterlijkheid; blunder; doofstomheid; enormiteit; geesteloosheid; geestesziekte; gekkenwerk; idioterie; kinderlijkheid; krachteloosheid; krankzinnigheid; laksheid; naïveteit; naïviteit; onbenulligheid; onbezonnenheid; ondoordachtheid; ondoordachtzaamheid; onnozelheid; onwetendheid; simpelheid; slapheid; slapte; stomheid; stompzinnigheid; sulligheid; waanzin; weekheid; zachtheid; zwakheid; zwakte
idiotez absurditeit; dwaasheid; idioterie; ongerijmdheid; onverstand; onzinnigheid achterlijkheid; idiotisme; seniliteit
incongruencia absurditeit; dwaasheid; idioterie; ongerijmdheid; onverstand; onzinnigheid
irracionalidad absurditeit; dwaasheid; idioterie; ongerijmdheid; onverstand; onzinnigheid redeloosheid
locura absurditeit; dwaasheid; idioterie; ongerijmdheid; onverstand; onzinnigheid aardigheid; geestesstoring; geestesziekte; gein; geintje; gekheid; gekke streek; gekkenwerk; grapje; jolijt; keet; leut; lol; lolletje; malheid; plezier; poets; pret; pretje; rare streek; scherts; streek; uitzinnigheid; verdwaasdheid; verdwazing; waanzinnigheid
necedad absurditeit; dwaasheid; idioterie; ongerijmdheid; onverstand; onzinnigheid flauwe grap; flauwiteit; onbezonnenheid; ondoordachtheid; ondoordachtzaamheid
perturbación mental dwaasheid; gekheid; gekkigheid; gekte; idioterie; zotheid geestesstoring; geestesziekte
rabia dwaasheid; gekheid; gekkigheid; gekte; idioterie; zotheid boosheid; dolheid; driftigheid; furie; giftigheid; gramschap; grimmigheid; heftigheid; hondsdolheid; kwaadheid; rabiës; razernij; toorn; verbolgenheid; waanzinnigheid; woede
trastorno mental dwaasheid; gekheid; gekkigheid; gekte; idioterie; zotheid achterlijkheid; debiliteit; geestesstoornis; geestesstoring; geestesziekte; gestoordheid; idiotie; imbeciliteit; zwakzinnigheid

Related Words for "dwaasheid":


Wiktionary Translations for dwaasheid:


Cross Translation:
FromToVia
dwaasheid ineptitud ineptitude — the quality of being inept