Dutch
Detailed Translations for gejammer from Dutch to Spanish
gejammer:
-
het gejammer (gelamenteer; geklaag)
-
het gejammer (geweeklaag; gehuil)
Translation Matrix for gejammer:
Noun | Related Translations | Other Translations |
alarido | gehuil; gejammer; geweeklaag | gebrul; gebulder; gegil; geloei; geraas; gescheld; geschreeuw; getier; gil; kreet; loeien van de wind; roep; schreeuw; uitroep |
gemido | gehuil; gejammer; geweeklaag | gehuil; gejank; gekerm; gekreun; gescheld; gesteun; getier; geween; jammer; verzuchting; zucht |
lamentaciones | gejammer; geklaag; gelamenteer | gebrom; gegrom; gekanker; geklaag; geknor; gemekker; gemopper; gezeur; gezever |
llanto | gehuil; gejammer; geweeklaag | bedenking; bezwaar; gehuil; gejank; geween; grief; het klagen; jank; klacht; snik; wolvengehuil |
lloriqueo | gejammer; geklaag; gelamenteer | gehuil; gejank; gepiep; getjilp; geween; jank; snik |
lloros | gejammer; geklaag; gelamenteer | jank; snik |
quejas | gejammer; geklaag; gelamenteer | gebrom; gegrom; geharrewar; gekanker; geklaag; geknor; gelazer; gemekker; gemopper; gezeur; gezever; narigheid; trammelant |