Dutch

Detailed Translations for korzeligheid from Dutch to Spanish

korzeligheid:

korzeligheid [de ~ (v)] noun

  1. de korzeligheid (irritatie)
    la irritación

Translation Matrix for korzeligheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
irritación irritatie; korzeligheid aanstoot; boosheid; ergernis; gegriefdheid; geprikkeldheid; geraaktheid; hinder; irritatie; knorrigheid; kregelheid; lichtgeraaktheid; misnoegen; overlast; prikkelbaarheid; verstoordheid; wrevel

Related Words for "korzeligheid":


korzelig:


Translation Matrix for korzelig:

NounRelated TranslationsOther Translations
chabacano abrikoos
gruñón brombeer; brompot; grompot; kankeraar; kniesoor; knorrepot; mopperaar
malhumorado chagrijn; zuurpruim
ModifierRelated TranslationsOther Translations
agrio chagrijnig; knorrig; korzelig; nors; nurks bitter; doordringend; galachtig; indringend; puntig; schel klinkend; scherp; scherp gepunt; wrangig; zuur
brusco kortaf; korzelig; snauwend; wrevelig abrupt; agressief; bits; bitter teleurgesteld; bot; bruusk; eensklaps; fel; felle; gewelddadig; hanig; hard; hardhandig; ineens; kattig; kortaf; meedogenloos; nors; onderdrukt; ongedacht; onverhoeds; onverwacht; onverwachts; onvriendelijk; onzacht; opeens; opgekropt; pinnig; plots; plotseling; plotsklaps; ruw; scherp; schielijk; snauwerig; snibbig; spinnig; verbeten; verbitterd; verkropt; vinnig; vlijmend; wreed; zonder omhaal
chabacano chagrijnig; knorrig; korzelig; nors; nurks schofterig
desabrido chagrijnig; knorrig; korzelig; nors; nurks akelig; beklagend; bits; bokkig; brommerig; chagrijnig; eentonig; eigenwijs; eigenzinnig; eng; flauw; flauwtjes; gemelijk; griezelig; hardhoofdig; humeurig; kattig; kil; knorrig; koppig; koud en vochtig; monotoon; mopperig; negatief; nurks; onappetijtelijk; onprettig; onsmakelijk; onwillig; pinnig; saai; sikkeneurig; sinister; slaapverwekkend; slecht gehumeurd; spinnig; stuurs; tegendraads; walgelijk; weerbarstig; weerspannig; wrevelig; zeurderig; zwak; zwakjes
despegado chagrijnig; knorrig; korzelig; nors; nurks afgeweekt; doorgebroken
enfurruñado chagrijnig; knorrig; korzelig; nors; nurks
espetando kortaf; korzelig; snauwend; wrevelig
gruñón chagrijnig; knorrig; korzelig; nors; nurks brommerig; chagrijnig; geirriteerd; gemelijk; humeurig; knorrig; mopperig; nurks; sikkeneurig; slecht gehumeurd; stuurs
hosco chagrijnig; knorrig; korzelig; nors; nurks beklagend; bokkig; chagrijnig; eigenwijs; eigenzinnig; gemelijk; hardhoofdig; humeurig; knorrig; negatief; nurks; onbuigzaam; onverzettelijk; scherp; sikkeneurig; slecht gehumeurd; star; stijfkoppig; strak; stug; taai; verstard; vlijmend; vlijmscherp; zeurderig
irascible kortaf; korzelig; snauwend; wrevelig branderig; driftig; heetbloedig; heetgebakerd; heethoofdig; kregel; onprettig; ontstoken; ontvlamd; prikkelbaar
irritable aangebrand; gevoelig; humeurig; korzelig; lichtgeraakt bits; kattig; kregel; pinnig; prikkelbaar; spinnig
malhumorado chagrijnig; knorrig; korzelig; nors; nurks brommerig; chagrijnig; gebelgd; geirriteerd; gemelijk; gepikeerd; geprikkeld; humeurig; knorrig; misnoegd; mopperig; nukkig; nurks; ontevreden; ontstemd; sikkeneurig; slecht gehumeurd; stuurs; wrevelig
rebarbativo chagrijnig; knorrig; korzelig; nors; nurks
ronco chagrijnig; knorrig; korzelig; nors; nurks hees; schor
rudo chagrijnig; knorrig; korzelig; nors; nurks bitter teleurgesteld; boos; felle; furieus; grof; guur; kil; kwaad; laag-bij-de-grond; lomp; nijdig; onderdrukt; ongetemd; opgekropt; plat; platvloers; razend; ruig; ruw; schofterig; schunnig; spinnijdig; toornig; verbeten; verbitterd; verkropt; vertoornd; vunzig; wild; woest; ziedend
susceptible aangebrand; gevoelig; humeurig; korzelig; lichtgeraakt gevoelig; hypergevoelig; kregel; ontvankelijk; openstaand; overgevoelig; prikkelbaar; sensitief; teergevoelig; vatbaar

Related Words for "korzelig":


Wiktionary Translations for korzelig:


Cross Translation:
FromToVia
korzelig mañoso; intratable; mal genio cantankerous — ill-tempered, cranky, surly, crabby
korzelig gruñón grumpy — unhappy and/or irritable