Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. onderliggen:


Dutch

Detailed Translations for onderliggen from Dutch to Spanish

onderliggen:

onderliggen verb (lig onder, ligt onder, lag onder, lagen onder, onder gelegen)

  1. onderliggen (beneden liggen)

Conjugations for onderliggen:

o.t.t.
  1. lig onder
  2. ligt onder
  3. ligt onder
  4. liggen onder
  5. liggen onder
  6. liggen onder
o.v.t.
  1. lag onder
  2. lag onder
  3. lag onder
  4. lagen onder
  5. lagen onder
  6. lagen onder
v.t.t.
  1. heb onder gelegen
  2. hebt onder gelegen
  3. heeft onder gelegen
  4. hebben onder gelegen
  5. hebben onder gelegen
  6. hebben onder gelegen
v.v.t.
  1. had onder gelegen
  2. had onder gelegen
  3. had onder gelegen
  4. hadden onder gelegen
  5. hadden onder gelegen
  6. hadden onder gelegen
o.t.t.t.
  1. zal onderliggen
  2. zult onderliggen
  3. zal onderliggen
  4. zullen onderliggen
  5. zullen onderliggen
  6. zullen onderliggen
o.v.t.t.
  1. zou onderliggen
  2. zou onderliggen
  3. zou onderliggen
  4. zouden onderliggen
  5. zouden onderliggen
  6. zouden onderliggen
diversen
  1. lig onder!
  2. ligt onder!
  3. onder gelegen
  4. onderliggend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for onderliggen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
estar debajo beneden liggen; onderliggen