Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. onpartijdigheid:
  2. onpartijdig:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for onpartijdigheid from Dutch to Spanish

onpartijdigheid:

onpartijdigheid [de ~ (v)] noun

  1. de onpartijdigheid
    la imparcialidad

Translation Matrix for onpartijdigheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
imparcialidad onpartijdigheid objectiviteit; onbevangenheid; openhartigheid; openheid; oprechtheid; rondborstigheid; rondheid

Related Words for "onpartijdigheid":


Wiktionary Translations for onpartijdigheid:


Cross Translation:
FromToVia
onpartijdigheid imparcialidad impartiality — The quality of being impartial; fairness

onpartijdig:

onpartijdig adj

  1. onpartijdig (objectief)

Translation Matrix for onpartijdig:

NounRelated TranslationsOther Translations
objetivo aandrang; doel; doeleinde; doelschijf; doelstelling; drang; einddoel; intentie; inzet; moedwil; oogmerk; opzet; plan; planning; streven; toeleg; voornemen; voorzetlens
ModifierRelated TranslationsOther Translations
desapasionado objectief; onpartijdig
imparcial objectief; onpartijdig indifferent; laconiek; lauw; ongevoelig; ongeïnteresseerd; onverschillig
objetivo objectief; onpartijdig koel; nuchter; zakelijk
sobrio objectief; onpartijdig ingetogen; koel; niet beschonken; nuchter; stemmig; zakelijk

Related Words for "onpartijdig":


Wiktionary Translations for onpartijdig:


Cross Translation:
FromToVia
onpartijdig imparcial impartial — treating all parties, rivals or disputants equally
onpartijdig neutral; neutro neuter — archaic: neither the one thing nor the other
onpartijdig ecuánime; imparcial unbiased — impartial or without bias or prejudice
onpartijdig neutral neutre — Traduction à trier