Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. risico:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for risico from Dutch to Spanish

risico:

risico [de ~ (m)] noun

  1. de risico (waagstuk; gewaagde onderneming; risicovolle onderneming; gok; kans)
    la apuesta; la empresa arriesgada; la aventura

Translation Matrix for risico:

NounRelated TranslationsOther Translations
apuesta gewaagde onderneming; gok; kans; risico; risicovolle onderneming; waagstuk doel; doeleinde; geld inzetten; gokken; in zingen uitbarsten; inzet; inzetten; lied aanheffen; lied inzetten; streven; weddenschap
aventura gewaagde onderneming; gok; kans; risico; risicovolle onderneming; waagstuk ambacht; avonturen; avontuur; escapade; lotgeval; lotgevallen; métier; stiel; uitstapje; vak; weddenschap
empresa arriesgada gewaagde onderneming; gok; kans; risico; risicovolle onderneming; waagstuk

Related Words for "risico":

  • risicootje

Related Definitions for "risico":

  1. kans dat er iets vervelends gebeurt1
    • op straat loop je het risico aangereden te worden1

Wiktionary Translations for risico:

risico
noun
  1. een mogelijk gevaar voor schade

Cross Translation:
FromToVia
risico riesgo risk — possible, usually negative, outcome
risico riesgo aléa — désuet|fr chance bonne ou mauvaise.
risico riesgo risquepossibilité d’un événement négatif, péril possible, hasard dangereux.