Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. turbulent:


Dutch

Detailed Translations for turbulent from Dutch to Spanish

turbulent:

turbulent adj

  1. turbulent (onrustig; roerig; bewogen; veelbewogen; woelig)

Translation Matrix for turbulent:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
agitado bewogen; onrustig; roerig; turbulent; veelbewogen; woelig bezet; druk; drukbezet; geagiteerd; gehaast; gejaagd; geprikkeld; gestressed; geërgerd; geïrriteerd; haastig; hard; hardop; hectisch; heftig; jachtig; joelend; levendig; luid; onbeheerst; ongedurig; onrustig; onstuimig; roerig; rusteloos; schreeuwend; verhit; woelig
turbulento bewogen; onrustig; roerig; turbulent; veelbewogen; woelig rusteloos

Related Words for "turbulent":

  • turbulenter, turbulentere, turbulente