Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. binnenstromen:


Dutch

Detailed Translations for binnenstromen from Dutch to French

binnenstromen:

binnenstromen verb (stroom binnen, stroomt binnen, stroomde binnen, stroomden binnen, binnengestroomd)

  1. binnenstromen
    affluer; déferler sur; pénétrer à flots
    • affluer verb (afflue, afflues, affluons, affluez, )

Conjugations for binnenstromen:

o.t.t.
  1. stroom binnen
  2. stroomt binnen
  3. stroomt binnen
  4. stromen binnen
  5. stromen binnen
  6. stromen binnen
o.v.t.
  1. stroomde binnen
  2. stroomde binnen
  3. stroomde binnen
  4. stroomden binnen
  5. stroomden binnen
  6. stroomden binnen
v.t.t.
  1. ben binnengestroomd
  2. bent binnengestroomd
  3. is binnengestroomd
  4. zijn binnengestroomd
  5. zijn binnengestroomd
  6. zijn binnengestroomd
v.v.t.
  1. was binnengestroomd
  2. was binnengestroomd
  3. was binnengestroomd
  4. waren binnengestroomd
  5. waren binnengestroomd
  6. waren binnengestroomd
o.t.t.t.
  1. zal binnenstromen
  2. zult binnenstromen
  3. zal binnenstromen
  4. zullen binnenstromen
  5. zullen binnenstromen
  6. zullen binnenstromen
o.v.t.t.
  1. zou binnenstromen
  2. zou binnenstromen
  3. zou binnenstromen
  4. zouden binnenstromen
  5. zouden binnenstromen
  6. zouden binnenstromen
diversen
  1. stroom binnen!
  2. stroomt binnen!
  3. binnengestroomd
  4. binnenstromend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for binnenstromen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
affluer binnenstromen
déferler sur binnenstromen massaal opkomen; toestromen
pénétrer à flots binnenstromen massaal opkomen; toestromen