Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. gestructureerd:
  2. structureren:


Dutch

Detailed Translations for gestructureerd from Dutch to French

gestructureerd:

gestructureerd adj

  1. gestructureerd

Translation Matrix for gestructureerd:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
structuré gestructureerd

Related Words for "gestructureerd":

  • gestructureerdheid

structureren:

structureren verb (structureer, structureert, structureerde, structureerden, gestructureerd)

  1. structureren (struktureren; structuur aanbrengen)
    structurer
    • structurer verb (structure, structures, structurons, structurez, )

Conjugations for structureren:

o.t.t.
  1. structureer
  2. structureert
  3. structureert
  4. structureren
  5. structureren
  6. structureren
o.v.t.
  1. structureerde
  2. structureerde
  3. structureerde
  4. structureerden
  5. structureerden
  6. structureerden
v.t.t.
  1. heb gestructureerd
  2. hebt gestructureerd
  3. heeft gestructureerd
  4. hebben gestructureerd
  5. hebben gestructureerd
  6. hebben gestructureerd
v.v.t.
  1. had gestructureerd
  2. had gestructureerd
  3. had gestructureerd
  4. hadden gestructureerd
  5. hadden gestructureerd
  6. hadden gestructureerd
o.t.t.t.
  1. zal structureren
  2. zult structureren
  3. zal structureren
  4. zullen structureren
  5. zullen structureren
  6. zullen structureren
o.v.t.t.
  1. zou structureren
  2. zou structureren
  3. zou structureren
  4. zouden structureren
  5. zouden structureren
  6. zouden structureren
en verder
  1. ben gestructureerd
  2. bent gestructureerd
  3. is gestructureerd
  4. zijn gestructureerd
  5. zijn gestructureerd
  6. zijn gestructureerd
diversen
  1. structureer!
  2. structureert!
  3. gestructureerd
  4. structurerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for structureren:

VerbRelated TranslationsOther Translations
structurer structureren; structuur aanbrengen; struktureren

External Machine Translations: