Noun | Related Translations | Other Translations |
creux
|
|
gleuf; gootvormige decoratieve uitholling; holheid; holkeel; kuil; langwerpige uitholling; leegheid; opening; sleuf; uitholling; voosheid
|
Verb | Related Translations | Other Translations |
tendre
|
|
aangeven; aanreiken; geven; oprekken; opspannen; reiken; rekken; spannen; strak maken
|
Modifier | Related Translations | Other Translations |
creux
|
diep; innig; intens
|
blind; diep; diepliggend; hol; ingevallen; inhoudsloos; leeg; niet zien kunnend; nietszeggend
|
profond
|
diep; innig; intens
|
absoluut; degelijk; diep; diepgaand; diepgravend; diepliggend; diepzinnig; extremistische; grondig; helemaal; in het geheel; ingrijpend; laag; laag liggend; niet oppervlakkig; pijnlijk; radicale; totaal; volkomen; zeer
|
profondément
|
diep; innig; intens
|
degelijk; diep; diepgaand; diepgravend; diepliggend; diepzinnig; extremistische; grondig; helemaal; niet oppervlakkig; radicale; totaal; volkomen
|
senti profondément
|
diepgevoeld; innig
|
|
sincère
|
diep; innig; intens
|
bedoeld; decent; echt; eerbaar; eerlijk; ernstig; fair; fatsoenlijk; fideel; gemeend; goedbedoeld; hartgrondig; manierlijk; menens; netjes; ongeveinsd; open; openhartig; oprecht; rechtdoorzee; rechtschapen; rondborstig; ronduit; serieus; trouwhartig; van harte; vol ernst; volmondig; waar; waarachtig; waarheidlievend; waarheidslievend; welgemeend; welvoeglijk; werkelijk; werkelijk menend
|
tendre
|
diep; innig; intens
|
breekbaar; broos; clement; delicaat; dun; fijn; fijngebouwd; fijngevoelig; fijnzinnig; fragiel; frèle; genadig; gevoelig; gevoelvol; goedhartig; iel; kwetsbaar; lichtgebouwd; liefderijk; liefdevol; liefhebbend; mak; mild; rank; sentimenteel; slank; teder; teer; teerbesnaard; teergevoelig; teerhartig; tenger; vergevingsgezind; verzoenend; weekhartig; welwillend; zacht; zacht aanvoelend; zachtaardig; zwak
|
tendrement
|
diep; innig; intens
|
breekbaar; broos; delicaat; fijn; fijngevoelig; fragiel; frèle; iel; kwetsbaar; liefhebbend; teder; teer; tenger; zwak
|