Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. kleinst:
  2. klein:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for kleinst from Dutch to French

kleinst:

kleinst adj

  1. kleinst

Translation Matrix for kleinst:

NounRelated TranslationsOther Translations
minuscule kleine letter; kleinschrift
ModifierRelated TranslationsOther Translations
le plus petit kleinst allerminste; geringste; kleinste; miniemste; minste
minuscule kleinst allerminste; geringste; kleinste; minste; petieterig

Related Words for "kleinst":


kleinst form of klein:


Translation Matrix for klein:

NounRelated TranslationsOther Translations
petit baby; dreumes; hondje; hummel; jong; jonge kat; katje; kind; kind dat aan de borst is; klein kind; klein meisje; kleine jongen; kleintje; kleuter; peuter; poesje; uk; welp; wichtje; worm; wurm; zuigeling
ModifierRelated TranslationsOther Translations
petit klein; ondermaats; van geringe afmeting bekrompen; benepen; eng; kleingeestig; kleinzielig; nauw; petieterig; smal; smalletjes; van geringe breedte
peu élevé in geringe mate; klein gemeen; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; onedel
à un degré limité in geringe mate; klein

Related Words for "klein":


Antonyms for "klein":


Related Definitions for "klein":

  1. jong1
    • je bent nog te klein om zo lang op te blijven1
  2. wie of wat weinig ruimte inneemt1
    • ze is klein voor haar leeftijd1

Wiktionary Translations for klein:

klein
adjective
  1. van geringe grootte
klein
adjective
  1. Petit de taille
  2. De taille réduite.
  3. Jeune.

Cross Translation:
FromToVia
klein minuscule diminutive — very small
klein petit little — small in size
klein cadet little — (of a sibling) younger
klein minuscule lower case — lower case letters, collectively
klein petit; bref short — of a person, of comparatively little height
klein petit; minuscule small — not large
klein petit; jeune small — young
klein minuscule tiny — very small
klein petit wee — small, little
klein petit klein — von geringem Ausmaß