Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. laten vallen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for laten vallen from Dutch to French

laten vallen:

laten vallen verb (laat vallen, liet vallen, lieten vallen, laten vallen)

  1. laten vallen (dumpen)
    laisser tomber; larguer; faire baisser; laisser descendre
    • larguer verb (largue, largues, larguons, larguez, )

Conjugations for laten vallen:

o.t.t.
  1. laat vallen
  2. laat vallen
  3. laat vallen
  4. laten vallen
  5. laten vallen
  6. laten vallen
o.v.t.
  1. liet vallen
  2. liet vallen
  3. liet vallen
  4. lieten vallen
  5. lieten vallen
  6. lieten vallen
v.t.t.
  1. heb laten vallen
  2. hebt laten vallen
  3. heeft laten vallen
  4. hebben laten vallen
  5. hebben laten vallen
  6. hebben laten vallen
v.v.t.
  1. had laten vallen
  2. had laten vallen
  3. had laten vallen
  4. hadden laten vallen
  5. hadden laten vallen
  6. hadden laten vallen
o.t.t.t.
  1. zal laten vallen
  2. zult laten vallen
  3. zal laten vallen
  4. zullen laten vallen
  5. zullen laten vallen
  6. zullen laten vallen
o.v.t.t.
  1. zou laten vallen
  2. zou laten vallen
  3. zou laten vallen
  4. zouden laten vallen
  5. zouden laten vallen
  6. zouden laten vallen
diversen
  1. laat vallen!
  2. laat vallen!
  3. laten vallen
  4. vallen latend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for laten vallen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
faire baisser dumpen; laten vallen
laisser descendre dumpen; laten vallen
laisser tomber dumpen; laten vallen de brui geven aan; opgeven
larguer dumpen; laten vallen afsmijten; afwerpen; losgooien; loswerpen
ModifierRelated TranslationsOther Translations
laisser tomber brui

Wiktionary Translations for laten vallen:


Cross Translation:
FromToVia
laten vallen laisser tomber drop — to allow to fall from one's grasp

Related Translations for laten vallen